Akkerdoornzaad of Zeeuws doornzaad (Torilis arvensis) is een rode lijst soort die wettelijk beschermd is maar het in de tuin erg goed doet. Je vindt deze kalk minnende, witte schermbloemige op Mont Marcel (1). Marcel heeft de soort ook, vanuit zijn eigen tuin, hier geïntroduceerd. De plant was al voor 1500 in ons land te vinden. We noemen dat dan een archeofyt. Oorspronkelijk afkomstig uit Zuid- Europa is de soort met transport van graanzaden meegelift. Hij is nog wel te vinden in Zeeland en Zuid-Limburg maar daarbuiten slechts bekend van zeven vindplaatsen ergo heel zeldzaam. Van de drie soorten doornzaden (heggen en knopig) is dit de meest zeldzame. Een soort om te koesteren. Kijken we naar de wetenschappelijke naam dan komt Torilis van torulus, het verkleinwoord van torus (gezwel), naar de gezwollen stengelknopen (2). Arvensis betekent op akkers groeiend.
De eenjarige planten hebben een rechtopstaande, geribde stengel die bezet is met teruggeslagen, stijve haren (3). Dat maakt, dat de plant een beetje ruw aanvoelt. Die stengel is vaak al vanaf de voet wijd vertakt.
De bladeren staan verspreid aan de stengels en zijn dubbel- of enkel geveerd. De bovenste bladeren zijn drietallig (4). En de deelblaadjes zijn lancetvormig, veerspletig of grof gezaagd. Ook deze voelen door de beharing ruw aan.
De lang gesteelde schermen bestaan uit 3 tot 8 ruwe stralen. Direct onder de klein bloemige schermpjes vind je een veelbladig omwindseltje van lijnvormige blaadjes (5). Onder het totale scherm vind je geen of een éénbladig omwindsel en dat is o. a . een mooi onderscheid met Heggendoornzaad die er veel op lijkt maar een veelbladig omwindsel heeft.
De bloemen hebben priemvormige kelktanden en vijf witte, soms roze, kroonbladen. Van deze laatste zijn er drie stralend, dat wil zeggen dat de kroonbladeren die aan de buitenrand zitten van een samengesteld scherm groter zijn dan de kroonbladen aan de binnenkant (6). Deze moeten namelijk insecten lokken. Het insect hier is een zweefvlieg genaamd puntbijvlieg (7).
Na bestuiving en bevruchting vormt zich een splitvrucht. De beide helften van de langwerpige vrucht, zijn bezet met flinke stekels die aan hun eind haakvormig zijn omgebogen (8).Dat is een hulp bij de zaadverspreiding.
Heb je hier in de buurt van deze plant gewerkt, dan neem je zeker enkele zaden mee aan je kleding en verspreid ze op die manier door de tuin of in je wasmachine.
Zoals de naam al doet vermoeden hoort het eigenlijk thuis op de akker maar daar hebben we het nog nooit gezien. Dit jaar staat het voor het eerst langs de rand dus we komen dichterbij. Misschien volgend jaar op de akker. We zijn benieuwd.