De Tuin van Sjef Nieuwsbrief
December 2022
 
 
Beste
 
Na een warme zomer en een zacht najaar hebben we toch weer de eerste koude dagen mogen beleven. En dat zorgt gelijk voor mooie, winterse plaatjes. 
Inmiddels hebben we een nieuwe huurster, die gezorgd heeft voor een flinke interne verbouwing. Verder heeft Cor van Hoften weer een mooi verhaal over een bijzondere plant, ditmaal de schubvaren. Vrijwilliger Marc Pluim staat in de schijnwerpers en uiteraard wordt er iets verteld over het reilen en zeilen in de tuin.
 
We wensen jullie heel veel leesplezier en hele fijne feestdagen. En natuurlijk een heel mooi 2023.
 
 
 
 
 
In deze nieuwsbrief
 
 

 
 
 
Nieuwe huurster in verbouwde ruimte
Omdat Rob Chevallier, die vijf jaar een deel van het huis heeft gehuurd per 1 juli verhuisd is, is er gezocht naar een andere bewoner. Die is gevonden in de persoon van Roos Prins. Voordat zij de ruimte betrok, hebben haar handige vriend Josse en zijzelf, met behulp van vader Jan Prins, de ruimte helemaal opgeknapt. Alle wanden zijn geisoleerd en gestucd en de oude keuken is vervangen door een compleet nieuw exemplaar.
 
Hoewel het voor sommigen wat moeilijk was om Sjef's keuken, waar menigeen zoveel tijd met Sjef heeft doorgebracht, afgebroken te zien worden, komt de verbouwing de status van het huis zeker ten goede. De ruimte is nu goed geïsoleerd en van alle gemakken voorzien. Ook de serre wordt opgeknapt. 
 
We wensen Roos veel woonplezier op deze unieke plek. 
 
 
De beheergroep in actie
Er is al een tijdje gedacht over hoe we konden voorkomen dat alle plantjes die wij wilden opkweken, uiteindelijk door de slakken werden opgegeten. Het helpt om de planten wat groter te laten worden en pas in het najaar te planten. Maar nog handiger is dat we inmiddels gebruik kunnen maken van de kwekerstalenten en de materialen van Kassiël Gerrits. Op zijn eigen tuin kweekt hij op ons verzoek verschillende soorten op, die wij op de door ons gewenste tijd op de door ons gewenste plek kunnen zetten. We denken dat we daarmee de kans dat de planten aanslaan flink verhogen.
 
En deze winter willen we een nieuwe stapelmuur laten aanleggen. De grote stapelmuur langs de vijver, heeft toch wat last van de mooie jeneverbessen die erop groeien. We merken de laatste tijd achteruitgang van de kruidachtige planten, zoals de anjers, die op de zonzijde staan. Daarom gaan we naast de "Monte Marcel" een stuk bij laten bouwen, waar deze planten en andere liefhebbers van zonnige hellingen kunnen staan. We hebben inmiddels contact gelegd met Paul Paardekooper, die veel ervaring heeft met het bouwen van stapelmuren, die het project gaat begeleiden. Dus er komt weer een nieuw interessant stukje bij. 
 
 
 
 
Tekening van 17-jarige Sjef geschonken door kringloopwinkel
Tot onze grote verrassing werd Truus onlangs gebeld door een kringloopwinkel in Gorkum. Zij hadden een tekening binnegekregen waar op de achterkant stond:
"Insekten van Sjef van der Molen getekend op 17-jarige leeftijd voor Riek's verjaardag (78 jr.) 26 augustus 1980".
Zoals zij gewend zijn te doen, zijn ze gaan zoeken of ze konden achterhalen wie de tekening gemaakt had. Daarbij kwamen ze op de tuin van Sjef. Zij hebben de tekening naar ons opgestuurd, zodat ook deze inmiddels te zien is op de tentoonstelling van jeugdtekeningen en andere kunst van Sjef. Een hele mooie aanwinst, en erg attent van de kringloopwinkel!
 
 
 
Activiteiten in de tuin
Er zijn nieuwe regels opgesteld voor zoneringen langs beken. Dat bracht veel onrust teweeg bij bewoners langs de Rozendaalse Beek, waar onze tuin ook op aansluit. Er is hier sprake van een zogenaamde “opgeleide beek binnen stedelijk gebied”, een unieke situatie. Wanneer er met dezelfde regulering zou worden gewerkt als elders het geval is, zou dat leiden tot enorm brede zoneringen. Daarom is deze situatie apart beoordeeld en besproken met betrokkenen. Op 4 november hield het Waterschap een inloopmiddag/avond waarop iedere bewoner één op één in gesprek kon gaan met één van de vier aanwezige medewerkers van het Waterschap om zijn/haar situatie te bespreken. Deze inloop vond plaats in de ontvangstkamer in onze tuin. Mooi om veel omwonenden weer eens op bezoek te hebben.
 
Uiteraard hebben we daarnaast weer enkele goed bezochte tuindagen gehad. Ook hebben we weer meegedaan aan de Open monumentendagen, die dit keer in het teken stond van duurzaamheid. Op deze dagen trekken we altijd veel publiek en ook veel meer kinderen dan normaal. Voor hen is het aantrekkelijk om in korte tijd een beeld van de tuin te kunnen krijgen. En hopelijk maakt dat een vlammetje in hen los.
 
Tenslotte is de expositie verschillende malen bezocht. De tekeningen hangen er allemaal nog wel een tijd, dus wie alsnog de tentoonstelling wil bezoeken, kan hiervoor telefonisch een afspraak maken (zie de website).
 
 
 
 
Vrijwilliger in de schijnwerpers: Marc Pluim
Als fotograaf voor diverse kranten kwam ik jaren geleden in contact met Sjef. Hij had regelmatig iets interessants aan de pers te melden en dan moest hij op de foto met een bijzonder kunstwerk of een zeldzaam plantje in de tuin. Eens haalde hij het nieuws nadat hij een flinke roodwangschildpad uit zijn vijver had gevist. Dat beest was ongetwijfeld door iemand afgedankt en in de Rozendaalse Beek losgelaten. Sjef wees de krantenlezers feilloos op de gevolgen van deze ondoordachte daad: grote schade aan het waterleven in beek en vijver door de enorme vraatzucht van deze exoot. 
 
Na het overlijden van Sjef kwamen de tuin en het huis op een heel andere wijze op mijn pad. De crowdfunding voor het behoud ervan leverde o.a. een financiële bijdrage op van het Geërfdenfonds waar ik bestuurslid van ben. Toen werd het voor mij al snel duidelijk dat er niet alleen geld nodig was, maar ook fysieke hulp. Ik bood mij daarom aan als vrijwillige klusser.
Naast mijn dagelijks werk als fotograaf ben ik een echte doe-het-zelver en ga ik projecten met elektra, water en afvoer niet uit de weg. Truus had wat dat betreft een flink aantal wensen en samen met Alfons en Ron konden die zo goed als allemaal worden gerealiseerd.
 
Naar aanleiding van de recente tentoonstelling van de tekeningen van Sjef kon ik ook als fotograaf een bijdrage als vrijwilliger leveren. In de fotostudio heb ik reproducties gemaakt van diverse ingelijste werken, zodat daar verschillende soorten drukwerk uit voort kunnen komen. Deze klus opende ook mijn ogen voor de verrassende hoeveelheid prachtige, veelal kleine details in Sjef’s tekeningen. Die waren extra goed zichtbaar door de hoge resolutie van de reproducties. Ik heb Truus daarom voorgesteld iets te gaan doen met de rijkdom aan details: ‘wat dacht je bijvoorbeeld van een legpuzzel van 60x90 cm en 1500 stukjes?"
 
Marc Pluim
 
 
 
 
 
 
Plant in the picture: Schubvaren - Asplenium ceterach
 
Als je onder de poort staat, gezicht naar de vijver en je slaat linksaf, loop je tegen Mont Marcel aan. Daar staan heel veel bloemplanten maar als je goed kijkt, zie je er ook een vertegenwoordiger uit een familie die al eeuwen op deze aardbol groeien ik heb het over de varens. Om wat specifieker te zijn deze soort hoort thuis in de streepvarenfamilie (Aspleniceae).De naam is schubvaren (Asplenium ceterach) (foto1) Het is een inheemse, in de winter groenblijvende soort, die op de rode lijst van beschermde planten staat. Asplenium komt van het Griekse a (niet) en splen (milt) omdat men dacht dat het bij gebruik als geneesmiddel, een opgezwollen milt zou doen inkrimpen. De oude volksnaam miltkruid heeft hier ook alles mee te maken. Voor ceterach heb ik twee verklaringen gevonden.
1.       Céterach = in het Arabisch milt. (waarnemingen.nl)
2.       Ceterach komt van het Arabische cheterak of sjetrak of het Latijnse cetra (schaal). (wilde planten.nl)
De varens behoren net als de Wolfsklauwen en de Paardenstaarten tot de sporenplanten. Ze planten zich dus niet voort via zaden maar produceren echter heel veel minuscule sporen. 

De leden van deze streepvarenfamilie (Aspleniaceae) zijn allemaal uitgerust met langwerpige tot lijnvormige, ovale sporenhoopjes (sori). Deze zitten, net als bij alle andere varens, aan de onderkant van de bladeren en zijn vaak kenmerkend voor een soort. Ze worden omsloten door rudimentaire, zilverachtige schubjes, die later roestbruin kleuren. Hier heeft de soort ook zijn naam aan te danken.(foto2)
 
 Uit een dikke, korte, zwartbruine, vertakte wortelstok groeien de 3-20 cm. lange, omgekeerd eivormige tot (lijn)-lancetvormige bladschijven.(foto3) De bladsteel is aan de onderzijde bleekbruin en bezet met schubben maar bovenin groen. De dicht opeenstaande bladeren zijn enkelvoudig geveerd maar diep veerspletig naar de top en hebben 9 tot 12 eironde of eirond-langwerpige, korte, gave afwisselend staande deelblaadjes.
 
Er zijn uit België en Nederland in totaal negen inheemse soorten bekend die behoren tot de streepvarens. Van deze negen hebben wij er nog twee in de tuin namelijk de tong- en steenbreekvaren. Helaas heeft de zwartsteel het niet gered. Het zijn alle negen soorten die voornamelijk op rotsen (vooral op kalksteen) in rotsspleten, op oude muren of op puinhellingen groeien. Op die plekken kan het soms zeer droog zijn en dat is voor vaatplanten in het algemeen niet erg fijn. Echter de soorten die hier groeien, zijn er meestal wel op aangepast, zo ook deze schubvaren. Om te beginnen kunnen ze tot wel 95% water verliezen zonder schade op te lopen* De plant heeft vervolgens nog een goed verdedigingsmechanisme tegen verdroging. Het rolt de bladeren op om zo verdamping van vocht te beperken. De linker en de rechter deelblaadjes krommen naar elkaar toe en passen bijna als een ritssluiting in elkaar en vormen dan een kokertje. Verdamping is dan beperkt, maar koolzuurassimilatie gaat dan ook niet. Dat moet in vochtiger perioden worden ingehaald. Als er weer vocht beschikbaar is, ontvouwt het blad zich en ziet er weer levendig uit. Dit doet me denken aan de woestijnplant roos van Jericho. Toch behoort de soort niet tot de echte xerofyten (droogteminners) want een temperatuur van +60° overleeft de plant niet.
 
De schubvaren is zeldzaam en in grote delen van ons land zelfs zeer zeldzaam. De verspreidingsatlas laat zien dat de plant vooral in het westen van het land voorkomt. (https://www.verspreidingsatlas.nl/0301) Hier lijkt het urbane milieu het meest op de oorspronkelijke standplaats. De door de wind verspreide sporen vinden hier een goede kiemplek op muren en tegenwoordig ook in straatputten. Die laatste vindplaats is nieuw en verassend te noemen vanwege de schaduw. Nederland ligt aan de noordrand van het verspreidingsgebied in Europa. Over deze verspreiding heeft een andere vrijwilliger, Nigel Harle, in 2009 ook al eens een uitgebreid artikel geschreven in het Natuurhistorisch maandblad.** Hierin kun je onder andere lezen dat de soort toen zeldzamer was. Sinds 2010 wordt de soort soms ook terrestrisch (in de aarde wortelend) aangetroffen.*
 
We zijn blij met deze bijzondere plant in de tuin. En wat ons nog blijer maakt, is het feit dat de soort zich heeft uitgezaaid op Mnt. Marcel. We hebben inmiddels drie exemplaren. Elke keer als ik een stukje schrijf over een plant denk ik: ”Wat is die natuur toch vindingrijk.” Ik blijf me verbazen en hopelijk u met mij.
 
*Nova flora Neerlandica 2021
 
 
 
 
 
 
1
 
2
 
3
 
 
 
 
 
 
Overig nieuws
Volg de ontwikkelingen in de tuin op onze website:
 

Hou ook onze facebookpagina in de gaten:
 
 
 
 

 
 
 
De Tuin van Sjef - Boulevard 33b - 6881 HP Velp      info@detuinvansjef.nl