Iedereen piekert weleens of ziet de dingen somber in. Bij piekeren is er sprake van een eindeloze stroom negatieve gedachten over het verleden of de toekomst die maar door je hoofd blijft gaan.
Piekeren en je zorgen maken betekent vaak ook dat je ergens – al dan niet bewust – bang voor bent. Bang dat er iets misgaat. Bang dat het niet loopt zoals je hoopt. Bang voor hoe iemand anders zal reageren.
Helaas leidt piekeren vaak niet tot nieuwe inzichten of oplossingen. Het kost je eigenlijk alleen maar veel tijd en energie en kan bovendien leiden tot stress, angst, slapeloosheid of depressie.
Piekeren wegstoppen heeft geen zin: het komt altijd bovendrijven én het heeft een functie. Je wilt namelijk problemen oplossen. Het is daarom belangrijk deze gedachten de ruimte te geven zonder in een kringetje vast te lopen.
Hieronder staan een aantal praktische suggesties die daarbij kunnen helpen:
1. Spreek met jezelf af dat je slechts één keer per dag een kwartiertje mag piekeren. Kies hiervoor een vast tijdstip, het liefst niet te laat op de avond. Iedere keer als je merkt dat je gaat piekeren, stel je het uit naar dit moment. Als het moment dan is aangebroken, ga je ook helemaal los. Pieker dan naar hartenlust!
2. Schrijf op wat er in je hoofd zit: schaf een schriftje aan om daarin al je (negatieve, onplezierige) gedachten op te schrijven. Dit kan helpen om de wirwar van gedachten uit je hoofd te krijgen. Misschien kun je dit zelfs doen tijdens je piekerkwartiertje. Begin met een probleemomschrijving. Stel jezelf de vraag of je het probleem kunt beïnvloeden. Indien nee, loslaten (want: totaal zinloos). Indien ja, wat kun je voor oplossingen bedenken?
3. Zoek afleiding: Wanneer je merkt dat je begint te piekeren of een negatieve gedachte opmerkt, ga dan iets doen. Dit leidt je af van je negatieve gedachten. Vooral bewegen kan goed helpen om piekeren en onrust tegen te gaan. Ga bijvoorbeeld sporten of wandelen. Maar ook schoonmaken, iets creatiefs doen, een vriendin bellen, muziek luisteren of gamen kan een goede vorm van afleiding voor jou zijn.
4. Ga de natuur in: De natuur is rustgevend. Iedereen knapt op van een wandelingetje buiten. Neem je je piekergedachten mee? Probeer dan dit om in het moment te blijven:
benoem 5 dingen die je ziet,
benoem 4 geluiden die je hoort,
benoem 3 dingen die je voelt,
benoem 2 dingen die je ruikt,
benoem 1 ding dat je proeft.
5. Vergroot je zelfinzicht met behulp van CGt (Cognitieve Gedragstherapie): leer je bewust te worden van je negatieve gedachten. Deze komen vaak onbewust en automatisch bij je op en leiden tot verschillende gevoelens, zoals boosheid, angst, schuld, schaamte, verdriet, onzekerheid. Het is belangrijk om je hiervan bewust te zijn en negatieve gedachten te leren herkennen, zodat je ze kunt veranderen. Vraag je gerust af: hoe realistisch zijn mijn gedachtes en hoe behulpzaam zijn mijn automatische gedachtes eigenlijk?