INHOUD
 
* Nieuwsbrief 
* Val preventie
* Laatste nieuws 
 
Nieuwsbrief Maart 2019
 
Beste lezer,

Deze maand willen wij u informeren over de risicofactoren voor vallen en hoe u dit kan voorkomen.

Ongeveer een derde van de mensen ouder dan 65 jaar valt ten minste één keer per jaar.  Twintig procent van de vallers heeft klachten, waarvan de helft ernstige klachten. Het is zelden dat één enkele factor de val veroorzaakt; dikwijls spelen meerdere oorzaken een rol.
Het is achteraf ook vaak moeilijk te bepalen welke factor de belangrijkste bijdrage leverde. Hoe meer risicofactoren er aanwezig zijn, hoe groter het valrisico.

Onze fysiotherapeut start een nieuwe bewegingsgroep om uw spieren en evenwicht sterker te maken zodat de kans op vallen minder wordt.
 
Hartelijke groet,
Bernadette Veeger
 
 
 
 
Val Preventie
 
Ongeveer één op de vijf valincidenten leidt tot letsel en circa tien procent tot ernstig letsel.

Als de risicofactoren bekend zijn is het zeker mogelijk de kans op het vallen te verminderen. Daarom is het belangrijk dat u naar de huisarts gaat wanneer u bent gevallen en niet denkt dat het bij de leeftijd hoort. Ook als u geen klachten heeft. Ouderen met een verhoogd valrisico kunnen zo worden geïdentificeerd en de beïnvloedbare risicofactoren kunnen worden aangepakt.

Meestal is er sprake van een combinatie van een extrinsieke valrisicofactor, bijvoorbeeld een losliggende stoeptegel, met een of meerdere patiëntgebonden risicofactoren, zoals een mobiliteitsstoornis of medicatie. Een eerdere val in het voorgaande jaar blijkt de belangrijkste risicofactor te zijn voor een toekomstige val.
 
Risicofactoren voor vallen

Mobiliteitsstoornissen
Mobiliteitsstoornissen zijn een van de belangrijkste risicofactoren voor vallen: stoornissen in de balans, het looppatroon en de spierkracht.  Deze patiënten lopen  langzamer, minder stabiel, met een kortere paslengte, en hebben zij meer moeite met draaien. Doordat zij voorzichtig lopen met kleine stappen neemt de kans om te struikelen toe.


Cardiovasculaire aandoeningen: Lage bloeddruk, hartfalen en hartritmestoornissen (vooral atriumfibrilleren) kunnen kortdurend bewustzijnsverlies uitlokken, een (pre)syncope, en zo tot een val leiden.

Medicatie: Bijwerkingen van medicatie spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van vallen, onder andere door het veelvuldige gebruik van medicatie met de daarbij behorende polyfarmacie (wanneer een patiënt vijf of meer geneesmiddelen uit verschillende therapeutische groepen of subgroepen chronisch gebruikt) en de kans op interacties. Daarnaast kunnen bij ouderen veranderingen optreden in de opname en uitscheiding van de medicijnen.Rustgevende middelen en cardiovasculaire medicatie zijn de belangrijkste valrisicoverhogende meditatiegroepen.

Moeite met algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL). In het algemeen geldt dat hoe meer hulp nodig is bij ADL, des te groter het risico om te vallen.
Visusstoornissen hebben een negatief effect op de houdingscontrole. Verminderde dieptezien en verminderde gezichtsscherpte zorgen voor een verhoogd valrisico.

Gehoorstoornissen. Het gehoor speelt een belangrijke rol bij het bewaren van het evenwicht. Daarnaast kan het zijn dat mensen die slecht horen zich minder bewust zijn van hun omgeving en minder tijd hebben om te kunnen reageren. Mogelijk spelen schrikreacties een rol.

Angst om te vallen. Na een val ontstaat vaak de angst om nog een keer te vallen. Valangst leidt er vaak toe dat ouderen minder gaan ondernemen en minder fysiek actief worden. Dit heeft tot gevolg dat spierkracht, coördinatie en flexibiliteit verminderen, waardoor de kans toeneemt om nog een keer te vallen. Door valangst kunnen ouderen in een vicieuze cirkel raken. Overigens kunnen ouderen ook valangst ontwikkelen zonder te zijn gevallen.

Dementerenden en mensen met cognitieve stoornissen hebben een minstens twee keer zo hoog risico om te vallen dan ouderen zonder cognitieve problemen. Ouderen die stoppen met lopen zodra er tegen ze gepraat wordt, hebben een groter valrisico. Lopen vraagt aandacht en dat gaat slechter of niet tijdens een tegelijk uitgevoerde cognitieve taak (praten).

Depressieve stoornis, duizeligheid, urine-incontinentie, voetproblemen en onveilig schoeisel.
 
Neurologische stoornissen zoals  de ziekte van Parkinson, polyneuropathie, CVA en MS.
 
Vitamine D-deficiëntie. Er is een significant verband aangetoond tussen vallen en 25-OH vitamine D bij een afkapwaarde 50 nmol/l. Mogelijk is vitamine D van invloed op het neuromusculair functioneren en valrisico door het effect op de spierkracht.
 

Laatste nieuws
  • Onze specialisten zullen beschikbaar zijn voor afspraken op de volgende datums:
    • Dr. Pedro Chinchurreta, cardioloog: donderdag 11 april.
    • Dr. Manio Maravic, neuroloog: woensdag 24 april en 1 mei.
    • Dr. Vicente Aneri Más, dermatoloog: vrijdag 12 april, 3 en 31 mei.
    • Dr. Victor Aguilar, gastro-enteroloog: donderdag 11 april.
    • Janet van Dam, medische thermografie: van 25 tot en met 30 april.
  • We zullen gesloten zijn op vrijdag 19 april wegens een nationale feestdag.
  • Voor meer informatie of om een afspraak te maken kunt u ons contacteren op 952 532 065 of info@centromarysalud.com.
Centro Mar Y Salud, paseo marítimo 4, El Morche, www.centromarysalud.com