Maculadegeneratie
Hoe vaak komt het voor?
Uiteindelijk ontstaat bij 20% van de 55-plussers deze oogaandoening. Bij 70-plussers ligt het aantal op zo’n 37%. Door de vergrijzing van de bevolking, neemt het aantal mensen met maculadegeneratie snel toe.
Wat gebeurt er ?
Bij maculadegeneratie sterven cellen (kegeltjes) in het centrale deel van het netvlies af. Dit deel heet de macula en wordt ook wel de gele vlek genoemd. Door het afsterven van de kegeltjes ziet u steeds minder goed en scherp.
In het netvlies liggen lichtgevoelige cellen: staafjes en kegeltjes. Deze spelen een belangrijke rol bij het omzetten van licht in beelden. De macula is een gebiedje van een paar millimeter groot. Het ligt in het midden van het netvlies. In de macula liggen heel veel kegeltjes bij elkaar. Met de kegeltjes ziet u kleuren en contrast. U heeft ze nodig om details goed te kunnen zien. U gebruikt ze bijvoorbeeld ook bij het lezen, autorijden en om gezichten te herkennen. Omdat er in de macula zo veel kegeltjes bij elkaar liggen, ziet u met dit deel van het netvlies het scherpst.
Verschillende vormen van maculadegeneratie
De meest voorkomende vorm is de droge maculadegeneratie. Afvalstoffen hopen zich op en beschadigen de cellen die langzaam afsterven. Bij 80% komt deze vorm voor.
De overige 20% hebben natte maculadegeneratie en daarbij ontstaan er nieuwe, abnormale vaatjes van slechte kwaliteit.
Behandeling
Voor de droge vorm bestaat er nog geen effectieve behandeling.
De meest gebruikte behandeling bij natte maculadegeneratie zijn injecties met medicijnen in het oog. De medicijnen remmen de groei van de bloedvaatjes. De injecties werken het beste in een vroeg stadium van de natte maculadegeneratie. Na de behandeling verloopt de maculadegeneratie net als bij de droge vorm.
De oogarts spuit de medicijnen met een heel dunne naald in het oog. Vooraf wordt uw oog verdoofd met oogdruppels. Het medicijn werkt maar een paar weken. Meestal krijgt u na 4-6 weken weer een injectie. In totaal krijgt u drie injecties.
De injecties zorgen ervoor dat bij ongeveer 60% van de mensen het gezichtsvermogen de eerste paar jaar niet verder achteruitgaat. Bij 20-30% treedt zelfs een verbetering op. Na een aantal jaren lijkt het effect van de behandeling te verdwijnen. Het gezichtsvermogen is dan weer hetzelfde als vlak voor het geven van de injecties. Toch hebben de injecties wel zin. Geen injecties geven bij natte maculadegeneratie betekent sowieso een snelle achteruitgang van het gezichtsveld.
Opsporen van maculadegeneratie
Een eenvoudige en simpele test om te kijken of u mogelijk maculadegeneratie hebt is de test met de Amslerkaart (zie hieronder).
Als u bij het kijken naar deze kaart kronkelende lijnen ziet neem dan contact op met uw huisarts voor een verwijzing naar de oogarts.
