Kokkerellen met Vera
Als eerste wil ik jullie vertellen van de kookworkshops die ik in december ga geven. Helemaal gebaseerd op wat mijn idee van gezond is. Dus minder vlees, minder tarwe (glutenvrije gerechten), minder melk (lactosevrije gerechten), lekkere groenten en kruiden, de goeie vetten. Door mijn gehechtheid aan eten wil ik dat het echt lekker is, en dat is de afgelopen tijd mijn zoektocht geweest: hoe doe ik dat? De beste resultaten wil ik graag delen met jullie in de workshops. En ja, daar zit ook 1 workshop met toetjes bij... op dezelfde manier!
Za-ochtend 8 dec: hoofdmenu met verschillende schalen
Do-avond 13 dec: hoofdmenu met verschillende schalen
Za-ochtend 15 dec: kersttoetjes
Locatie: Teut 1 te Amersfoort
Aantal: 6 tot 8 deelnemers per workshop
Prijs: 60,-
Nou, alweer de volgende blog. Dit keer gaat ´t over vetten. Omdat ik zelf altijd graag wil weten hoe iets in elkaar zit heb ik ook een stukje chemie verwerkt. Schrik er niet van, ik heb ´t begrijpelijk gehouden (als dat niet zo is hoor ik ´t graag!). Wat voor mij verbazend was is dat het niet zozeer de vetten zijn waar we dik van worden. Dat zijn vaker de koolhydraten. Maar je constitutie bepaalt wel waar je het meest gevoelig voor bent.
Wat wel steeds duidelijker wordt is dat voedsel waar we aan hebben zitten sleutelen (verhitten, verharden, verduurzamen) niet goed is voor onze gezondheid. We worden er massaal ziek van. Gezond eten blijkt niet zo ingewikkeld: hou je aan dat wat grofweg op de markt te krijgen is. Gezond, vaak lokaal, seizoensgebonden en goedkoop.
En dan nu: VETTEN. Op de site zijn sommige kopjes wat verder uitgelegd.
Veel leesplezier!
Goed Vet is Niet Verkeerd
Vet is een hele efficiënte manier van opslag van energie. Er zijn grofweg twee soorten vetten: plantaardige vetten en dierlijke vetten. Het verschil hiertussen is gemakkelijk te zien: de meeste plantaardige vetten zijn vloeibaar bij kamertemperatuur (zonnebloemolie, olijfolie, arachideolie) en de meeste dierlijke vetten zijn vast (reuzel, spek, roomboter).
Uitleg: stukje chemie
De meeste vetten die we kennen bestaan uit 1 molecuul glycerol, die z'n 3 koolstofatomen heeft om een binding met een vetzuur aan te gaan. Dus 1 glycerolmolecuul met 3 vetzuren vormen samen een vetmolecuul:
De gestreepte lijntjes tussen de 2 C-atomen ergens in het midden betekenen meer van hetzelfde: nog meer C-atomen, afhankelijk van 't soort vet.
Nu gaat 't om de vetzuren, de lange ketens van koolstofatomen die in het lichaam omgezet worden in energie. Deze vetzuren zijn verzadigd als alle C-atomen (koolstof) de vier 'open plekken' in hun schil hebben gevuld. Het C-atoom is dan pas 'tevreden'. Dit kan met een H-atoom (waterstof) of met een O-atoom (zuurstof). Als geen van alle voorradig is dan gaat het C-atoom een dubbele binding aan met het z'n buurman, een ander C-atoom. Dit wil 'ie liever niet, hij heeft liever twee H-atomen, maar als 't niet anders kan dan moet 't maar zo. Daarom noemen we deze verbinding 'onverzadigd': hij breekt relatief gemakkelijk open, is wat aan de losse kant.
Zo'n dubbele binding maakt een andere hoek dan een enkele binding, waardoor de vetzuurketen een knik krijgt. In de natuur gaat zo'n knik maar 1 kant op en dat noemen we een 'cis-verbinding'. Het is deze knik die in ons lichaam zo interessant is. Een vetzuur met 1 knik noemen we enkelvoudig onverzadigd, een vetzuur met meer dan 1 knik meervoudig onverzadigd.
Ten eerste zorgt een knik ervoor dat de vetten niet stapelbaar zijn waardoor de vetten vloeibaar zijn bij kamertemperatuur. Ook in ons lichaam zorgt 't zo voor elasticiteit in de cellen. Handig voor in je stijfgeworden bloedvaten, of vastgelopen hersenen bijvoorbeeld.
Ten tweede zijn het deze dubbele bindingen die ervoor zorgen dat de enzymen van het lichaam de vetzuren gemakkelijker in kleine stukjes breken, waardoor geen plakkerige lange ketens in ons bloed vervoerd hoeven te worden.
Ten derde zijn het de onverzadigde vetzuren met een bepaald type knik die we nodig hebben als basis voor stoffen die allerlei taken in ons lichaam uitvoeren. Dit noemen we de essentiële vetzuren: we kunnen ze niet zelf maken en hebben ze dus nodig uit de voeding: het zijn omega6- en omega3-vetzuren. De cijfers zeggen iets over de plek van de binding in het vetzuur. Er zijn verschillende soorten omega3- en omega6-vetten.
Cholesterol
Cholesterol is een vet dat niet valt onder de hierboven beschreven categorie. Het is een stof die alleen bij dieren voorkomt en heel vettig is (dierlijk vet is lastiger schoonmaken dan plantaardig vet, ooit opgevallen?). Het dient als basis voor de vele hormonen, celwand-transporteurs en neurotransmitters die in ons lichaam zitten. Zonder cholesterol gaan we dood. We kunnen 't dan ook goed zelf maken. Het blijkt uit talloze onderzoeken (zie Kris Verburgh: De Voedselzandloper) dat een hoog cholesterol-gehalte in het bloed niet de veroorzaker is van hart- en vaatziekten. Het zijn de slechte vetten en de grote hoeveelheid suikers die we nu eten die veel meer de veroorzakers zijn van hart- en vaatziekten.
Het Slechte Vet
Door de margarine-industrie zijn we er achter gekomen dat er een echt slecht vet bestaat: het trans-vetzuur. Dit is een vetzuur met een dubbele binding, een knik dus, die de verkeerde kant op staat en die het lichaam niet goed kan verwerken. Het zorgt via verschillende reacties in het lichaam voor een gevaarlijke verhoging van hart- en vaatziekten. Dit trans-vetzuur ontstaat bij verhitting van onstabiele vetten en dat zijn de gezonde onverzadigde vetten.
Het Goede Vet
Behoefte-onderzoek
Nog steeds is het fijn als je me helpt met kennis over jou en eten. Dus als je 't nog niet hebt gedaan: vul de vragenlijst in en krijg een gratis telefonisch consult van 20 minuten! (als je dat wilt) Klik hier voor de de vragenlijst.
Mijn volgende blog gaat over:
Tips om zonder dikker te worden de feestdagen door te komen.
|