Onlangs zat ik op de tram. Naast me zat een schreeuwend kind. Mensen raakten geïrriteerd, kwade blikken. Ik niet, ik heb zelf twee kinderen. Ik ben hier immuun voor geworden. In de chaos dacht ik rustig na over die ene specifieke geluidsfrequentie die het kind uitbracht, die extreem scherpe klank waar volwassenen knettergek van worden. Ruziënde buren kan je ermee uit elkaar halen, verkeersagressieve mensen zou je ermee kunnen verlammen, zelfs oorlogen zouden hiermee gestopt kunnen worden. Ik las ooit dat het geluid geneutraliseerd kan worden als je een ‘tegenfrequentie’ laat horen. Toen ben ik, naar mijn mening, hardhandig van de tram gezet.
Ik heb nog veel meer ideeën, maar mensen moeten er natuurlijk naar luisteren. U bijvoorbeeld. Verder behandelt deze voorstelling de thematiek van Jenny die, naar mijn mening, niet zoveel begrip heeft voor mijn manier van denken. |