Nieuwsbrief No#2 (oktober 2014) - Leren Historisch Redeneren - UvA

Deze nieuwsbrief is een initiatief van de vakdidactici en onderzoekers geschiedenis van de Universiteit van Amsterdam. De nieuwsbrief is bedoeld voor eerstegraads docenten geschiedenis in de (ruime) regio Amsterdam/Noord-Holland. In deze nieuwsbrief berichten wij over het scholingsaanbod geschiedenis en andere professionaliseringsactiviteiten van de UvA.
 
Volg ons op twitter: @HistReden_UvA
Website: www.ivgd.nl
 
Agenda 2014-2015
11 december 2104, 18:30 tot 21:00 - Regiobijeenkomst - werken met het nieuwe examenprogramma Havo/VWO. Locatie: Roeterseiland, Amsterdam
5 maart 2015, 19:00 tot 21:30 - Bijeenkomst van het Netwerk Leren Historisch Redeneren - UVA. Locatie: Roeterseiland, Amsterdam
4 juni 2015, 19:00 tot 21:30 - Bijeenkomst van het Netwerk Leren Historisch Redeneren - UVA. Locatie: Roeterseiland, Amsterdam
19 juni 2015, 9:30 tot 16:00 - Themadag 'Alles is Verlicht'. Locatie: Oudemanhuispoort, Amsterdam
 
Voor vragen over het UvA-Netwerk 'Leren Historisch Redeneren' kunt u contact opnemen met: Gerhard Stoel (g.l.stoel@uva.nl)
 
REGIOBIJEENKOMST - Werken met het nieuwe examenprogramma - Havo/VWO
Op donderdag 11 december 2014 organiseert de Universiteit van Amsterdam op het Roeterseiland een regiobijeenkomst over het nieuwe examenprogramma geschiedenis voor Havo en VWO. De avond begint om 18:30 en zal tot ongeveer 21:00 duren. Voor broodjes, thee/koffie en een borrel na afloop wordt gezorgd.
 
Sinds dit schooljaar bereiden alle leerlingen in de bovenbouw Havo en VWO zich voor op het nieuwe eindexamen geschiedenis, waarin Orientatiekennis, Tijdvakken, KA's en historisch redeneren centrale begrippen zijn. Tijdens deze avond willen we vragen, knelpunten en mogelijke oplossingen rond de inrichting van het PTA, de toetsen en de inhoud en didactiek in de lessen centraal stellen. We willen ervaringen presenteren vanuit het veld en vooral de ruimte bieden om vragen en ideeën uit te wisselen. Reflectie achteraf zal gebeuren onder het genot van een borrel.
 
Datum: Donderdag 11 december, van 18.30-21.0018.30-21.00  uur.
Lokatie: Roeterseiland, Amsterdam.
Kosten: € 25,-. Inclusief broodjes, koffie/thee en een borrel na afloop.
Inschrijven kan via www.ivgd.nl
 
Voor vragen kunt u mailen naar: info@ivgd.nl
 
Nascholing geschiedenisdocenten UvA - ALLES IS VERLICHT
Op vrijdag 19 juni 2015 organiseert de Universiteit van Amsterdam de themadag ‘ALLES IS VERLICHT’.
 
Dr. Joris Oddens, onderzoeker en docent aan de Universiteit van Amsterdam en de Radboud Universiteit Nijmegen, verzorgt een inleiding over Verlichting en democratische revoluties in de (Bataafse) Republiek. In 2012 promoveerde Oddens op het proefschrift "Pioniers in schaduwbeeld. Het eerste parlement van Nederland 1796-1798", dat door het Amsterdamse Instituut voor Cultuur en Geschiedenis werd uitgeroepen tot beste dissertatie van het jaar 2012. Zijn belangstelling gaat uit naar de politieke en culturele geschiedenis van Europa gedurende de lange achttiende eeuw (1670-1830). Hij is redactiesecretaris van Tijdschrift voor Geschiedenis en secretaris van het Gedenkboek 200 jaar Tweede Kamer. Zijn inleiding wordt toegesneden op de historische context uit het examenprogramma en bevat verhalen en inzichten die docenten helpen bij het tot leven brengen van deze wellicht taaie ‘historische context’ – ongeacht of ze dat doen als thema in het vwo, of als onderdeel van de ‘gewone’ reeks kenmerkende aspecten in havo.
 
Naast de lezing zijn er twee ronden met workshops, waarin telkens op praktische wijze verbindingen worden gelegd tussen (onderdelen van) historisch redeneren en tijdvakken en historische kenmerken. Doel is dat iedereen met concrete materialen en ideeen naar huis gaat.
 
Datum: Vrijdag 19 juni, van 09.30-16.45 uur.
Lokatie: Oudemanhuispoort, Amsterdam.
Kosten: € 135,--; bij inschrijving vóór 31 januari 2015: € 115.
 
Inclusief lunch, koffie/thee, borrel en een usb-stick met alle materialen, waaronder een fraaie collectie afbeeldingen bij alle historische contexten.
 
Aanmelden kan vanaf 1 februari via www.ivgd.nl.  Vooraanmelden kan door een mail te sturen naar: info@ivgd.nl.
 
Onderzoek
“Stel je eens voor…” Inleef-opdrachten in het geschiedenisonderwijs.
Tessa de Leur, Arie Wilschut, & Carla van Boxtel
 
“Stel je eens voor… je bent een fabrieksarbeidertje in 1850. Beschrijf je dag. Leef je zo veel mogelijk in.” Zo maar een opdracht uit zo maar een geschiedenisboek. In de docentenhandleiding wordt “eigen antwoord van de leerling” als modelantwoord gegeven, alsof alles wat de leerlingen opschrijven goed zou zijn. Dat is natuurlijk niet zo: inleven is een complexe leeractiviteit waarbij leerlingen zowel veel kennis over het verleden nodig hebben als de wil zich te verplaatsen in iemand anders. Ik denk dat inleef-opdrachten een krachtig middel kunnen zijn om leerlingen te verleiden tot historisch denken. Tegelijkertijd zijn deze opdrachten ingewikkeld: voor leerlingen is het vaak moeilijk voor te stellen dat mensen andere keuzes maakten dan zij zelf zouden doen.  Hoe kan je leerlingen historisch denken laten denken zij een inleef-opdracht? Wat leren leerlingen eigenlijk van inleef-opdrachten? Wanneer is inleven zinvol, en wat vinden leerlingen daar zelf van?
 
In september ben ik gestart met vakdidactisch onderzoek in het kader van het Dudoc-alfa programma (http://vakdidactiekgw.nl/dudoc-alfa/promovendi/tessa-de-leur/ ). Onder begeleiding van Carla van Boxtel verdiep ik mij drie dagen per week in inleef-opdrachten in het geschiedenisonderwijs. Ik kijk naar het ontwerp van dergelijke opdrachten, de leeropbrengsten en de manier waarop leerlingen de opdrachten ervaren. Ons doel is richtlijnen te ontwikkelen die docenten en schoolboek-auteurs kunnen helpen om inleef-opdrachten zo zinvol mogelijk in te zetten.
 
Leren causaal redeneren; oefenen met taal en strategieën voor historische verklaringen.
Gehard Stoel, Jannet van Drie, & Carla van Boxtel
 
De eindtermen in domein A zijn er duidelijk over: leerlingen moeten leren redeneren met oorzaken en gevolgen. Begrippen als direct, indirect, bedoeld en onbedoeld moeten zij kunnen gebruiken en zij moeten begrijpen dat historische verklaringen niet bestaan uit lange kettingen van oorzaak en gevolg. Tot slot moeten leerlingen ook nog inzien dat elke verklaring een interpretatie betreft. Dat klinkt heel mooi, maar toch blijft de vraag: wat moeten zij nu precies leren? En: welke activiteiten kun je inzetten om dat redeneren bij leerlingen te ontwikkelen? Met die vragen houd ik mij, begeleidt door Carla van Boxtel en Jannet van Drie, in mijn onderzoek zich bezig.
 
Door middel van een ontworpen lessenserie over de Eerste Wereldoorlog proberen we leerlingen handvatten te geven om verklarende vragen mee te lijf te gaan. Leerlingen leren verbanden leggen en deze verbanden uit te drukken in taal (klinkt als: ‘imperialisme speelde op de achtergrond een grote rol en leidde vooral tot politieke spanningen’, ‘de Balkan-crisis kun je beschouwen als een indirecte oorzaak voor de oorlog, omdat deze het Servische nationalisme versterkte’). Waar leerlingen vaak de neiging hebben om oorzaken als één ding te zien, leren ze in deze lessen om oorzaken te ordenen naar tijd (lange termijn, korte termijn, (in)direct), naar inhoud (sociaal, economisch etc.) en naar de rol (trigger, katalysator, achtergrondoorzaak) die ze spelen. Door middel van concept-mapping oefenen ze vervolgens met het leggen van verbanden en maken we zichtbaar dat verbanden in de geschiedenis niet lineair zijn, maar dat verschillende gebeurtenissen op verschillende manieren op elkaar en op de te verklaren gebeurtenis inwerken.
 
Belangrijke didactisch principes zijn: open opdrachten, afwisseling van groepswerk en onderwijsleergesprekken en expliciete instructie: het zichtbaar maken, bespreken en oefenen van de vaardigheid en reflectie op de vraag wat de verschillen tussen de concept-maps zeggen over het interpretatieve karakter van geschiedenis. Op verschillende niveaus (waaronder het schrijven van een historische verklaring) onderzoeken we wat de leeropbrengsten van onze lessen zijn.
 
Projecten
Extra uitdaging in de geschiedenisles: historisch redeneren en creatief probleemoplossen
Jaap Schuitema, Sonia Palha, Thea Peetsma en Carla van Boxtel (UvA/POWL).
Zelfs in het VWO worden meer begaafde leerlingen niet altijd voldoende uitgedaagd en gemotiveerd, wat kan resulteren in ‘onderpresteren’. Met NWO-subsidie startten we in 2013 een driejarig onderzoeksproject waarin we voor geschiedenis en wiskunde (5 VWO) in samenwerking met leraren een verrijkingsprogramma ontwikkelden. We ontworpen bij het thema  ‘Ontwikkeling van de Nederlandse parlementaire democratie en rechtsstaat’ zeven opdrachten die docenten integreerden in hun reguliere lessenreeks. Om de motivatie en het historisch redeneren te bevorderen werkten we vanuit de volgende ontwerpprincipes:
De opdracht:
·         zet aan tot verwerking van de kern van de leerstof (centrale begrippen/ feiten)
·         bevordert historisch denken en redeneren
·         is open: er zijn  meerdere antwoorden/aanpakken mogelijk
·         stimuleert het genereren van ideeën/creativiteit
·         is betekenisvol: sluit aan bij perspectieven, ervaringen of interesses van leerlingen;
leerlingen mogen bijvoorbeeld hun eigen mening geven of het probleem bestaat in het heden
·         ondersteunt een gevoel van autonomie: er is eigen initiatief en keuze mogelijk
·         is geschikt voor samenwerkend leren
·         kan in verschillende mate gestructureerd worden
Een voorbeeld is de opdracht ‘Diner anno 1900’, waarin leerlingen een goede tafelschikking bedenken voor een diner met onder andere Kuyper, Schaepman en Troelstra. Leerlingen bedenken ook waar het gesprek aan tafel over zal gaan en werken een deel van dat gesprek uit. 

De opdrachten zijn in 14 klassen uitgevoerd.  We vergelijken de motivatie, ervaringen en leerprestaties van deze leerlingen met een controlegroep die de opdrachten niet maken en onderzoeken het effect van de mate van structuur in de taken. In 2015 rapporteren we de resultaten en komen de groepsopdrachten beschikbaar.

Bevorderen van genrespecifieke teksten schrijven in de mens- en maatschappijvakken 
Jannet van Drie, Tanja Janssen en Martine Braaksma
 
Het project 'bevorderen van genrespecifieke teksten schrijven in de mens- en maatschappijvakken' richt zich op de ontwikkeling van schrijfvaardigheid binnen de mens- en maatschappijvakken (waaronder geschiedenis), met als doel het vakspecifiek denken en redeneren én de schrijfvaardigheid van leerlingen te verbeteren. De focus van het project ligt op drie taaldenkhandelingen: vergelijken, verklaren en argumenteren.
 
Aan het project nemen twaalf docenten van zes vo-scholen deel, voor de duur van 16 maanden. Op basis van wat bekend is over effectief schrijfonderwijs, ontwerpen en beproeven docenten en onderzoekers geïntegreerde schrijflessen en bijbehorende beoordelingsinstrumenten voor elk van de drie taaldenkhandelingen. Vastgesteld wordt of de kwaliteit van de teksten inderdaad verbetert en welk effect de interventie heeft  op de schrijfaanpak en schrijfattitude van leerlingen. Ook wordt onderzocht  of de docenten zich beter toegerust voelen om leerlingen te leren schrijven in hun vak.
 
Het project wordt gefinancierd vanuit het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (kortlopend praktijkonderzoek). De beoordelingscommissie beoordeelde het voorstel als zeer goed en is erg positief over de beoogde integratie van vakken en de transfer van Nederlandse taal naar taal in de vakken. “De opbrengsten zijn direct bruikbaar in de praktijk”.
 
Voor meer informatie over het project: Jannet van Drie (J.P.vanDrie@uva.nl)
 
Historisch redeneren en het schrijven van synthese-teksten
Geerte Savenije & Carla van Boxtel

In de mens- en maatschappijvakken leren leerlingen denken en redeneren over onder andere historische verschijnselen. De verwerving van deze redeneervaardigheden is voor leerlingen geen gemakkelijke opgave. Leerlingen moeten deze redeneerwijzen bovendien vaak toepassen in een schriftelijk product. Er wordt dus ook een beroep gedaan op hun schrijfvaardigheid. In de M&M-vakken wordt regelmatig gebruik gemaakt van taken waarin leerlingen een zogenoemde “synthese-tekst” moeten schrijven. Dit zijn ingewikkelde taken waarin lezen, schrijven en vakspecifiek redeneren samenkomen en elkaar sterk beïnvloeden.
 
Hoe je leerlingen kunt ondersteunen bij schrijftaken die vragen om toepassing van historische denk- en redeneerwijzen en de synthese van informatie uit verschillende bronnen is een belangrijke vraag voor docenten. En hoe kun je daarbij rekening houden met zowel zwakke als excellente leerlingen?
 
In deze professionele leergemeenschap (PLG) werken docenten geschiedenis, aardrijkskunde, economie en maatschappijleer/maatschappijwetenschappen aan het ontwerpen en testen van taken waarin leerlingen synthese-teksten schrijven. De deelnemers ontwerpen onderwijsmateriaal, beproeven dat in de eigen praktijk en testen het daarna formeel op effectiviteit. De PLG volgt daarmee de stappen van een ontwerponderzoek. De producten van de PLG betreffen het geteste onderwijsmateriaal en een publicatie over het ontwerponderzoek.
 
De leden van de PLG komen als gehele groep 10 keer per jaar bijeen (telkens op de laatste vrijdagmiddag van de maand). Alle PLG-leden zijn een dagdeel uitgeroosterd. Er wordt een inzet van drie uur per week verwacht. Een docent kan maximaal twee studiejaren deelnemen aan de PLG. In het tweede projectjaar worden enkele docenten uitgenodigd om hun producten (die potentieel wetenschappelijk toetsbaar zijn) in experimentele setting te testen.
 
Lijkt het je leuk om deel te nemen aan deze PLG vanaf september 2015? Of heb je vragen over de specifieke invulling? Mail dan naar Geerte Savenije (g.m.savenije@uva.nl).
 
Wilt u zich voor de nieuwsbrief aanmelden of afmelden? Dat kan via deze link.