Het past achter vrolijk, zelfstandig, boos, nabij en gelegen bijvoorbeeld. Er is veel meer mogelijk. Daar kan het ook achter, maar niet hier.
‘heid’ voegt eigenlijk niet zoveel toe, al is het achter ge- zeer krachtig.
Als een kleuter puzzelde ik nog even verder: ‘Eén- (ja), twee- (nee), drie- (nee), fier- (ja!). Twee-eenheid, dat kan dan weer wel en Drievuldigheid, met hoofdletter, aldus Van Dale. Mijn spellingchecker staat vierhoekigheid ook gewoon toe, al heb ik geen idee wat heid dan toevoegt.
Zo op het eerste gezicht maak je met ‘heid’ woorden zelfstandig. Zo’n karakterverandering intrigeert me. En het leidt me naar een taalregel die ik weliswaar niet onder woorden kan brengen, maar die iedereen in mijn omgeving feilloos toepast.
Domheid, dat kan prima, maar eigendomheid is absoluut geen bestaand woord, want – zo bedacht ik – eigendom is al een zelfstandig naamwoord. Op de regel dat je heid niet achter een zelfstandig naamwoord plaatst, bestaat alvast een belangrijke uitzondering: mens.
Taalgidsen hielpen mij niet verder. Met mijn vinger langs de inhoudsopgave, voelde ik mijn nerven vuren bij 'vage zelfstandige naamwoorden', maar daar stonden woorden die ik als uiterst serieus ken uit mijn vakgebied: 'functie', 'mate', 'situatie', 'dimensie' en het in mijn eigen vocabulaire onmisbare 'wereld', maar niets over of met heid.
Ik vond noch uitzonderingen, noch regels op de vraag wanneer je heid mag toevoegen. En belangrijker: welke eigenheid voegt het toe?
Regels en uitzonderingen brengen me bij de roep om het vak programmeren. Leuke bezigheid, daar niet van, puzzeltjes structureren. Ik heb op verschillende momenten in mijn loopbaan programmeerwerk gedaan, met als conclusie dat er weinig dingen onrendabeler zijn dan tijd investeren in kennis van programmeren. Programmeertalen verdwijnen en verschijnen sneller dan de lengte van de rok verandert. Je loopt al snel uit de mode en de nieuwe trend maakt 't oude rokje onbruikbaar.
Je kunt het opvatten als een leven lang leren in optima forma dat programmeren, maar het bouwen van een website lijkt in niets op de berekeningen die ik programmeerde als technicus of de database die ik vervaardigde om documentatie in onder te brengen. Kunnen die mensen die het aanbevelen zelf programmeren?
Of doet het programmeren een ongewoon groot beroep op de 21ste-eeuwse vaardigheden zoals creativiteit, samenwerken en flexibiliteit dat het zo bejubeld wordt? Is het een gebrek aan reflectiviteit dat ik dat niet zie? [Ik zie trouwens wel weer een leuk achtervoegsel in die nieuwetijdse leerdoelen]
Ik leerde vorige week dat je ook kunt puzzelen met stukken die bewegen. Dus misschien kan programmeren mijn vraag oplossen! Wat heb je aan programmeerkennis als je wilt weten hoe je heid gebruikt? Er zijn regels, die dan toestaan dat vierhandigheid best kan. Er is een database met honderd miljoen zinnen waar je de statistiek op kunt loslaten, die in de toekomst op Drievuldigheid onvoldoende hits geeft om als bruikbaar te definiëren. Ofwel: fijn dat je kunt programmeren, maar leer liever de natuurwetten of een taal, want als zowel algoritme als statistiek ontoereikend zijn, heb je meer aan een poëet, dan aan een programmeur.
De programmeur lijkt me de socioloog van de toekomst. Programmeren is nu eenmaal vooral het oplossen van al opgeloste problemen. Niet dat er geen behoefte aan is, maar we gaan natuurlijk niet betalen voor degene die zoiets als het heid-vraagstuk op de computer weet op te lossen, terwijl we massaal weten wanneer heid wel of niet achtergevoegd mag worden. En desondanks valt moeilijk te zeggen of dat aanhangsel een verrijking van de taal is. Taalkwesties leveren met al die communicatie en miscommunicatie urgente interessante vragen op. En voor al die andere - wel programmeerbare - problemen, hoeven we niet meteen alle schoolkinderen te leren programmeren.
Het past achter dom, maar niet achter eigendom? Ik vroeg me af waarom je voor de eigendomsoverdracht van een huis een moment moet kiezen met een notaris en een bank die je opzadelt met een zware schuld. Waarom kun je niet met een maandbedrag een huis stap-voor-stap overdragen, van ouder op kind of van coöperatie op toekomstig eigenaar?
Maar nee, dat is teveel gedroom: eigendomheid!
|