Info 2018/17
 
 
 
UNION PROFESSIONNELLE 
DES TRADUCTEURS ET INTERPRETES ASSERMENTES
 
BEROEPSVERENIGING
BEËDIGD VERTALERS EN TOLKEN
 
BBVT B.V. - UPTIA U.P.
contact@bbvt.be - contact@uptia.be
 
 
Member of
 



    Ministeriële omzendbrief 131/5 van 28/09/2018 (gerechtskosten in strafzaken):   

tarieven stijgen met 1,9%, kilometervergoeding met 4,65%, indexatie met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2018

 

Publicatie : 2018-10-04
Numac : 2018014074

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

25 SEPTEMBER 2018. - Omzendbrief 131/5 over de indexering van de bedragen die mogen worden aangerekend door de personen die door de gerechtelijke overheden worden gevorderd voor het uitvoeren van een opdracht in een dienstverlenende rol die gerechtskosten in strafzaken genereert


De minister van Justitie,
Aan der eerste voorzitter van het Hof van Cassatie,
De Procureur-generaal bij het Hof van Cassatie,
De eeste voorzitters van de hoven van beroep,
De eerste voorzitters van de arbeidshoven, de procureurs-generaal bij de hoven van beroep,
De federale procureur
Ter attentie van de magistraten-korpschefs, de hoofdgriffiers en hoofdsecretarissen, de griffiers en de secretarissen bij de parketten.
Deze omzendbrief strekt ertoe de geïndexeerde bedragen van de vergoedingen waarop de prestatieverleners die opdrachten uitvoeren voor de gerechtelijke overheden, recht hebben, bekend te maken.
 
Bij ministeriële omzendbrief nr. 131quater van 31 januari 2013 werden de vergoedingen waarin is voorzien in het kader van de gerechtskosten in strafzaken voor het laatst geïndexeerd. De indexering van die bedragen gaat terug op de index van de maand december 2012.
Het indexeren van de bedragen die worden betaald voor de diverse soorten gerechtskosten, vindt zijn oorsprong in art. 148 van het KB van 28 december 1950, het Algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken. Intussen is het principe van de indexering van alle vormen van loon, wedde en vergoeding vastgelegd in de wet van 23 april 2015 tot verbetering van de werkgelegenheid, die tegelijk de index heeft geblokkeerd voor een bepaalde periode tot wanneer de bevolking 2 % had ingeleverd op haar beroepsinkomsten. Dit was het geval in april 2016.
Omwille van de gelijkheid is die inlevering mee ingebouwd in de indexeringsformule.
 
Hier wordt de gemiddelde gezondheidsindex van september 2017 tot en met december 2017((128,20+127,84+127,82+127,42):4)= 127,82 gedeeld door deze van september tot en met december 2012 ((120,06+119,95+119,87+119,52):4)= 119,85 en wordt daarvan de verkregen coëfficiënt 1,0665 verminderd met 0,02 = 1,0465. De bedragen die niet meer zijn geIndexeerd sinds, of die dateren van na de vorige indexering van januari 2013, moeten hiermee worden vermenigvuldigd.
 
Concreet worden alle bedragen verhoogd met 4,65 %, behalve:
- die voor de bloedanalyses met het oog op onderzoek naar drugs in het verkeer, die pas dateren van het KB van 27/11/15 en die van de genetische analyses met een ander KB van diezelfde datum. Daarvoor geldt een verhoging met 1,99 % .
- die van de gerechtsdeurwaarders, die om dezelfde reden (tarief aangepast in het KB van 23/8/15) tot vaststelling van het tarief voor prestaties van gerechtsdeurwaarders in strafzaken op vordering van de gerechtelijke overheden. Daarvoor geldt een verhoging met 2,54 %
- de nieuwe tarieven van de vertalers en tolken worden geïndexeerd, maar omdat ze recenter zijn dan de indexsprong, zijn ze er niet aan onderworpen. De verhoging is 1,9 %.
 
Deze indexering werkt terug tot 1 januari 2018 aangezien dit wordt voorgeschreven door art. 149 van het Algemeen Reglement.
De prestaties die reeds werden betaald in 2018 geven dus recht op een supplementair bedrag. Dat wordt gevraagd door middel van één enkele aanvullende kostenstaat die alle supplementen vermeldt met telkens de referentie van de reeds betaalde kostenstaat. Deze aanvullende kostenstaat hoeft niet te worden getaxeerd omdat door de indexering de bedragen door de wet worden bepaald. Hij mag worden ingediend bij een van de griffies die een van de oorspronkelijke kostenstaten heeft ontvangen.
 
Voor meer informatie met betrekking tot de inhoud en toepassing van onderstaande omzendbrief contacteert u best het secretariaat van de dienst gerechtskosten (secret.FraisJustice.Gerechtskosten@just.fgov.be) via het telefoonnummer 02-552 25 13. Dat zal uw verzoek aan de bevoegde personen bezorgen.
 
Deze omzendbrief is onmiddellijk van toepassing op de vorderingen ingediend vanaf de dag van publicatie van deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad.
 
Met de meeste hoogachting,
De Minister,
K. GEENS


De volledige omzendbrief vindt u als bijlage.



    

    La circulaire ministérielle 131/5 du 28/09/2018 (frais de justice en matière pénale) :   

les tarifs augmentent de 1,9%, l'indemnité kilométrique de 4,65%, l'indexation produit ses effets à partir du 1er janvier 2018

Publié le : 2018-10-04
Numac : 2018014074

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

25 SEPTEMBRE 2018. - Circulaire 131/5 relative à l'indexation des montants pouvant être imputés par les personnes requises par les autorités judiciaires afin de prester un service générant des frais de justice en matière pénale



Le ministre de la Justice,
Au Premier Président de la Cour de Cassation,
Au Procureur général près la Cour de cassation,
Aux Premiers Présidents des cours d'appel,
Aux Premiers Présidents des cours du travail, Aux Procureurs généraux près les cours d'appel,
Au Procureur fédéral,
A l'attention des magistrats chefs de corps, des greffiers en chef et secrétaires en chef, les greffiers et les secrétaires de parquet.
 
La présente circulaire vise à communiquer les montants indexés des indemnités auxquelles ont droit les prestataires de services réquisitionnés par les autorités judiciaires.
Par la circulaire ministérielle n° 131quater du 31 janvier 2013, les indemnités prévues dans le cadre des frais de justice ont été indexées pour la dernière fois. L'indexation de ces montants est basée sur l'indice du mois de décembre 2012
L'indexation des montants payés pour les divers types de frais de justice trouve ses origines dans l'article 148 de l'AR du 28 décembre 1950, le Règlement général sur les frais de justice en matière répressive. Entre-temps, le principe de l'indexation de toutes formes de salaires, traitements et indemnités a été consacré dans la loi du 23 avril 2015 concernant la promotion de l'emploi, qui, à cette même occasion, a bloqué l'indexation pour une période déterminée jusqu'au moment où la population avait économisé 2 % de ses revenus professionnels. Ce fut le cas en avril 2016.
Afin de respecter l'égalité, cette économie a été intégrée à la formule d'indexation.
Ici, la moyenne de l'indice de septembre 2017 à décembre 2017 ((128,20+127,84+127,82+127,42):4)= 127,82 est divisée par celle de décembre 2012 ((120,06+119,95+119,87+119,52):4)= 119,85 et le coefficient obtenu de 1,0665 est diminué de 0,02 = 1,0465. Les montants qui n'ont plus été indexés depuis, ou qui datent d'après la dernière indexation de janvier 2013, doivent être multipliés par ce coefficient.
 
Concrètement, tous les montants sont augmentés de 4,65 %, à l'exception de :
- ceux des analyses de sang en vue de l'examen des drogues au volant, qui ne datent que de l'AR du 27/11/15 et ceux des analyses génétiques avec un autre arrêté de la même date. L'augmentation est de 1,99 % .
- des huissiers de justice (leur tarif a déjà été adapté dans l'AR du 23/8/15 fixant le tarif des prestations des huissiers de justice en matière répressive sur réquisition des autorités judiciaires. L'augmentation se chiffre à 2,54 %
- les nouveaux tarifs des traducteurs et interprètes sont également indexés comme ils sont plus récents que le saut d'index et donc pas soumis à celui-ci. L'augmentation se chiffre à 1,9 %
 
Cette indexation produit ses effets à partir du 1er janvier 2018 parce que l'art. 149 du Règlement général le stipule ainsi.
Les prestations qui ont déjà été payées en 2018 donnent donc droit à un montant supplémentaire. Il est demandé par moyen d'un seul état de frais supplémentaire, mentionnant tous les suppléments avec chaque fois la référence de l'état de frais déjà payé. Cet état de frais supplémentaire ne doit pas être taxé parce que suite à l'indexation, les montants sont déterminés par la loi. Il peut être introduit auprès un des greffes qui a reçu un des états de frais originels.
 
Pour de plus amples informations concernant le contenu et l'application de la présente circulaire, vous pouvez contacter le secrétariat du service des frais de justice, de préférence par mail (secret.FraisJustice.Gerechtskosten@just.fgov.be) ou au numéro 02-552 25 13. Le secrétariat transmettra votre demande aux personnes compétentes.
 
La présente circulaire est d'application immédiate aux réquisitions introduites à partir du jour de la publication de la présente circulaire au Moniteur belge.
 
Je vous prie d'agréer, Madame, Monsieur, l'expression de ma considération distinguée.
Le ministre,
K. GEENS

 
La version intégrale de la circulaire est jointe en annexe.



    
Koninklijk besluit tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de aanvaardingscommissie bevoegd voor de gerechtsdeskundigen en voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken en van de bijdrage in de kosten tot opname
   


 

Publicatie : 2018-09-28
Numac : 2018040681

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

23 SEPTEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de aanvaardingscommissie bevoegd voor de gerechtsdeskundigen en voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken en van de bijdrage in de kosten tot opname



FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikelen 991ter, zesde lid, en 991sexies, vierde lid, ingevoegd bij de wet van 10 april 2014 en de wet van 19 april 2017;
Gelet op de wet van 10 april 2014 tot wijziging van verschillende bepalingen met het oog op de oprichting van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen en tot oprichting van een nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken, artikelen 20, zesde lid, en 23, vierde lid, ingevoegd bij de wet van 19 april 2017;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 29 maart 2018;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 29 juni 2018;
Gelet op advies 63.892/2 van de Raad van State, gegeven op 22 augustus 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Justitie,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
 
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
 
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder :
1° wet van 10 april 2014: de wet van 10 april 2014 tot wijziging van verschillende bepalingen met het oog op de oprichting van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen en tot oprichting van een nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken;
2° aanvaardingscommissie: de commissie bedoeld in artikel 991ter Gerechtelijk Wetboek en in artikel 20 van de wet van 10 april 2014;
3° nationaal register voor gerechtsdeskundigen: nationaal register voor gerechtsdeskundigen bedoeld in artikel 991ter van het Gerechtelijk Wetboek;
4° nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken: nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken bedoeld in artikel 20 van de wet van 10 april 2014;
5° dienst Nationaal register: de dienst belast met het beheer van de nationale registers bedoeld in artikel 991quinquies van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 22 van de wet van 10 april 2014.
 
Art. 2. Dit besluit regelt de samenstelling en de werking van de aanvaardingscommissie.
Het huishoudelijk reglement van de aanvaardingscommissie wordt vastgesteld bij ministerieel besluit.
 
Art. 3. De aanvaardingscommissie heeft haar zetel te Brussel.
 
HOOFDSTUK 2. - De samenstelling van de aanvaardingscommissie
 
Art. 4. De aanvaardingscommissie is samengesteld uit twee kamers.
De Nederlandstalige kamer is bevoegd voor de behandeling van de dossiers van gerechtsdeskundigen en beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken waarvan de aanvraag werd ingediend in het Nederlands.
De Franstalige kamer is bevoegd voor de behandeling van de dossiers van gerechtsdeskundigen en beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken waarvan de aanvraag werd ingediend in het Frans of het Duits.
Het secretariaat van de aanvaardingscommissie wordt waargenomen door de Federale Overheidsdienst Justitie.
 
Art. 5. Elke kamer bestaat uit vijf leden :
1° Vier permanente leden:
a) een magistraat of ere-magistraat als voorzitter van de kamer;
b) een magistraat of ere-magistraat;
c) een griffier of parketsecretaris, of een ere-griffier of ere-parketsecretaris;
d) een ambtenaar die de dienst Nationaal register vertegenwoordigt;
2° Een niet-permanent lid.
De 5 leden zijn stemgerechtigd.
De leden van een kamer kunnen ad hoc een beroep doen op een persoon buiten de hierna in artikel 7 bedoelde lijst op basis van zijn specifieke kennis. Hij heeft geen stemrecht.
De leden van de kamers behoren tot de taalrol van de kamer waarin zij zetelen.
Elke kamer wordt ondersteund door een secretariaat dat niet stemgerechtigd is.
Voor elk lid wordt een plaatsvervanger aangeduid.
Voor de Franstalige kamer wordt een Duitstalige magistraat als tweede plaatsvervangend voorzitter benoemd.
Ingeval de voorzitter afwezig is, wordt in zijn vervanging voorzien door zijn plaatsvervanger, dan wel door de magistraat of ere-magistraat, lid van dezelfde kamer.
 
Art. 6. De permanente leden van de commissie behorend of voorheen behorend tot de rechterlijke organisatie en hun plaatsvervangers worden door de minister van Justitie voor een periode van vijf jaar aangeduid. Hun mandaat kan vernieuwd worden.
 
Art. 7. De niet-permanente leden worden door de voorzitter van de betrokken kamer per zitting aangeduid. Het betreft personen gekozen omwille van een specifieke deskundigheid.
De minister van Justitie duidt de personen aan die kunnen zetelen als niet-permanent lid.
Hij stelt per taalrol een lijst op met niet-permanente leden voor de behandeling van de dossiers van de gerechtsdeskundigen en een lijst van de niet-permanente leden voor de behandeling van de dossiers van de beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken.
Deze lijsten worden jaarlijks herzien.
De lijst van niet-permanente leden voor de behandeling van de dossiers van de gerechtsdeskundigen wordt onderverdeeld per expertisedomein opgenomen in het nationaal register.
Er wordt een deskundige en plaatsvervanger per expertisedomein aangewezen.
De lijst met niet-permanente leden voor de behandeling van de dossiers van beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken, wordt samengesteld uit personen die gekozen zijn omwille van hun grondige kennis van het vertalen of tolken.
Een niet-permanent lid kan niet of niet meer optreden indien hij niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 991quater, 4° van het Gerechtelijk Wetboek of artikel 21, 4° van de wet van 10 april 2014. Een lid kan niet optreden wanneer er een onverenigbaarheid is in zijn hoofde.
 
HOOFDSTUK 3. - De werking van de aanvaardingscommissie
 
Art. 8. De kamervoorzitters kiezen onder hen een voorzitter van de aanvaardingscommissie voor een hernieuwbare periode van twee jaar.
Indien de kamervoorzitters niet tot een akkoord komen over de aanwijzing van een voorzitter, dan wordt de persoon met de meeste anciënniteit als magistraat aangewezen. Bij gelijke anciënniteit wordt de oudste persoon aangewezen.
De voorzitter vertegenwoordigt de aanvaardingscommissie.
Art. 9. De kamers van de aanvaardingscommissie vergaderen op bijeenroeping van hun voorzitter.
Voor de samenstelling van de kamer wijst de kamervoorzitter, uit de lijst bedoeld in artikel 7, per dossier het niet-permanent lid aan wiens aanwezigheid wordt vereist door de aard van de aan de commissie voorgelegde dossiers.
Voor een zitting kunnen derhalve meerdere niet-permanente leden worden aangewezen.
De niet-permanente leden stemmen enkel voor de dossiers waarvoor ze zijn aangewezen.
 
Art. 10. De leden die verhinderd zijn aan de bijeenroeping gevolg te geven, worden door hun plaatsvervanger vervangen.
 
Art. 11. De dienst Nationaal register bereidt alle dossiers voor die voorgelegd moeten worden aan het advies van de commissie en legt de agenda vast in overleg met de kamervoorzitters.
De kamer kan, op verzoek van haar voorzitter of twee van haar leden, nadere onderzoeksmaatregelen vragen, zoals het inwinnen van bijkomende inlichtingen of het horen van de betrokkene.
 
Art. 12. De adviezen worden gegeven bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de stem van de voorzitter.
Het advies aan de minister van Justitie bij de opname en de verlenging van de opname in het nationaal register en het advies aan de minister van Justitie in toepassing van artikel 991septies, paragraaf 1 van het Gerechtelijk Wetboek of artikel 24, paragraaf 1 van de wet van 10 april 2014 over de schorsing, de voorlopige of de definitieve schrapping van de inschrijving in het nationaal register, worden uitgebracht binnen zes weken nadat de vraag tot het verlenen van het advies aan de aanvaardingscommissie is overgemaakt.
 
Art. 13. Wanneer de aanvaardingscommissie tussenkomt op basis van artikel 991septies van het Gerechtelijk Wetboek of artikel 24, § 1 van de wet van 10 april 2014, moet zij de betrokkene horen die voorafgaandelijk de mogelijkheid tot inzage van het dossier krijgt.
De aanvaardingscommissie brengt een schriftelijk gemotiveerd advies uit aan de minister van Justitie.
 
Art. 14. Wanneer de aanvaardingscommissie gevat wordt om advies te geven over organisatorische aspecten, principiële vragen over de werking, vragen over de bevoegdheden of uiteenlopende rechtspraak, vergadert zij met verenigde kamers. Deze vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van de aanvaardingscommissie.
 
HOOFDSTUK 4. - De vergoeding van de leden van de aanvaardingscommissie
 
Art. 15. Voor elke zitting van ieder van de twee kamers wordt een presentiegeld toegekend dat begroot wordt op:
100 euro voor de voorzitter;
75 euro voor het niet-permanente lid en de andere permanente leden, behoudens de ambtenaar die de dienst Nationaal register vertegenwoordigt.
De verplaatsingskosten zijn hierin inbegrepen.
Elk niet-permanent lid ontvangt een presentiegeld ongeacht het aantal dossiers dat hem wordt toegekend per zitting.
 
HOOFDSTUK 5. - Het inwinnen van informatie en het bewaren van de gegevens
 
Art. 16. De aanvaardingscommissie geeft zijn advies op basis van de inlichtingen ontvangen of ingewonnen door de minister van Justitie. Zij kan vragen dat bijkomende inlichtingen worden ingewonnen.
 
Art. 17. De dossiers in behandeling en de archieven van de aanvaardingscommissie worden bewaard door de Federale Overheidsdienst Justitie.
 
HOOFDSTUK 6. - Bijdrage in de kosten voor de opname
 
Art. 18. De bijdrage in de kosten voor de opname en de verlenging van de opname in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen en het nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken bedraagt 90 euro. Deze bijdrage dient te worden betaald bij de aanvraag tot opname in het register.
Deze bijdrage wordt jaarlijks aangepast aan het groeipercentage van de gemiddelde gezondheidsindex van het jaar 2018.
Het basisjaar 100 is 2013.
Het bedrag van 90 euro is gekoppeld aan de index van augustus 2018. De eerste aanpassing zal gebeuren in januari 2019 en vervolgens in de maand september van elk jaar.
Het bedrag wordt afgerond tot de hogere eenheid als het eerste decimaal hoger is dan 4, zo niet wordt het afgerond naar de eenheid.
 
HOOFDSTUK 7. - Uitvoering van het besluit

Art. 19. De Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 september 2018.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
K. GEENS



    
 
Arrêté royal établissant la composition et le fonctionnement de la commission d'agrément compétente pour les experts judiciaires, les traducteurs, les interprètes et les traducteurs-interprètes jurés et la contribution aux frais d'inscription

   

 

Publié le : 2018-09-28
Numac : 2018040681

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

23 SEPTEMBRE 2018. - Arrêté royal établissant la composition et le fonctionnement de la commission d'agrément compétente pour les experts judiciaires, les traducteurs, les interprètes et les traducteurs-interprètes jurés et la contribution aux frais d'inscription



PHILIPPE, Roi des Belges,
A tous, présents et à venir, Salut.
Vu le Code judiciaire, articles 991ter, alinéa 6, et 991sexies, alinéa 4, insérés par les lois des 10 avril 2014 et 19 avril 2017 ;
Vu la loi du 10 avril 2014 modifiant diverses dispositions en vue d'établir un registre national des experts judiciaires et établissant un registre national des traducteurs, interprètes et traducteurs-interprètes jurés, articles 20, alinéa 6, et 23, alinéa 4, insérés par la loi du 19 avril 2017 ;
Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances du 29 mars 2018;
Vu l'accord du Ministre du Budget du 29 juin 2018 ;
Vu l'avis n° 63.892/2 du Conseil d'Etat, donné le 22 août 2018, en application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2o, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ;
Sur la proposition du Ministre de la Justice,
Nous avons arrêté et arrêtons :
 
CHAPITRE Ier. - Dispositions générales
 
Article 1er. Pour l'application du présent arrêté, il y a lieu d'entendre par :
1° loi du 10 avril 2014: la loi du 10 avril 2014 modifiant diverses dispositions en vue d'établir un registre national des experts judiciaires et établissant un registre national des traducteurs, interprètes et traducteurs-interprètes jurés;
2° commission d'agrément: la commission visée par l'article 991ter du Code judiciaire et par l'article 20 de la loi du 10 avril 2014;
3° registre national des experts judiciaires: registre national des experts judiciaires visé par l'article 991ter du Code judiciaire;
4° le registre national des traducteurs, interprètes et traducteurs-interprètes jurés: registre national des traducteurs, interprètes et traducteurs-interprètes jurés visé par l'article 20 de la loi du 10 avril 2014 ;
5° service Registre national: le service qui est chargé de la gestion des registres nationaux visés par l'article 991quinquies du Code judiciaire et l'article 22 de la loi du 10 avril 2014.
 
Art. 2. Le présent arrêté règle la composition et le fonctionnement de la commission d'agrément.
Le règlement d'ordre intérieur de la commission d'agrément est établi par arrêté ministériel.
 
Art. 3. La commission d'agrément a son siège à Bruxelles.
 
CHAPITRE 2. - La composition de la commission d'agrément
 
Art. 4. La commission d'agrément est composée de deux chambres.
La chambre néerlandophone est compétente pour examiner les dossiers d'experts judiciaires, de traducteurs, d'interprètes et de traducteurs-interprètes jurés qui ont introduit leur demande en néerlandais.
La chambre francophone est compétente pour examiner les dossiers d'experts judiciaires, de traducteurs, d'interprètes et de traducteurs-interprètes jurés qui ont introduit leur demande en français ou en allemand.
Le secrétariat de la commission d'agrément est assuré par le Service Public Fédéral Justice.
 
Art. 5. Chaque chambre se compose de 5 membres :
1° Quatre membres permanents :
a) un magistrat ou magistrat honoraire comme président de la chambre;
b) un magistrat ou magistrat honoraire;
c) un greffier ou secrétaire de parquet ou un greffier ou secrétaire de parquet honoraire;
d) un fonctionnaire représentant du service du Registre national ;
2° Un membre non permanent.
Les 5 membres ont droit de vote.
Les membres d'une chambre peuvent faire appel de manière ad hoc à une personne en dehors de la liste visée à l'article 7, sur la base de ses connaissances particulières . Elle n'a pas de droit de vote.
Les membres des chambres appartiennent au rôle linguistique de la chambre dans laquelle ils siègent.
Chaque chambre est appuyée par un secrétariat qui n'a pas de droit de vote.
Un suppléant est désigné pour chaque membre.
Pour la chambre francophone, un magistrat germanophone est nommé en tant que deuxième président suppléant.
En cas d'absence du président, il est pourvu à son remplacement par son suppléant ou par un magistrat ou un magistrat honoraire, membre de la même chambre.
 
Art. 6. Les membres permanents de la commission qui appartiennent ou appartenaient à l'ordre judiciaire et leurs suppléants sont désignés par le ministre de la Justice pour une période de cinq ans. Leur mandat peut être renouvelé.
 
Art. 7. Les membres non permanents sont désignés par séance par le président de la chambre concernée. Il s'agit de personnes choisies en raison de leur expertise spécifique.
Le ministre de la Justice désigne les personnes qui peuvent siéger comme membre non permanent.
Il établit par rôle linguistique, une liste de membres non permanents pour le traitement des dossiers des experts judiciaires et une liste de membres non permanents pour le traitement des dossiers des traducteurs, interprètes et traducteurs-interprètes jurés.
Ces listes sont revues annuellement.
La liste de membres non permanents pour le traitement des dossiers des experts judiciaires est subdivisée par domaine d'expertise repris au registre national.
Un expert et un remplaçant sont désignés par domaine d'expertise.
La liste des membres non permanents pour le traitement des dossiers des traducteurs, interprètes et traducteurs-interprètes jurés est constituée de personnes choisies sur base de leur connaissance approfondie de la traduction ou de l'interprétation.
Un membre non permanent ne peut pas ou plus intervenir lorsqu'il ne satisfait pas aux conditions de l'article 991quater, 4°, du Code judiciaire ou de l'article 21, 4° de la loi du 10 avril 2014. Un membre ne peut plus intervenir en cas d'incompatibilité en son chef.
 
CHAPITRE 3. - Le fonctionnement de la commission d'agrément
 
Art. 8. Les présidents des chambres élisent parmi eux le président de la commission d'agrément pour un délai de deux ans renouvelable.
Si les présidents des chambres ne parviennent pas à un accord sur la nomination d'un président, la personne ayant le plus d'ancienneté en tant que magistrat est désignée. En cas d'ancienneté égale, la personne la plus âgée sera désignée.
Le président représente la commission d'agrément.
 
Art. 9. Les chambres de la commission d'agrément se réunissent sur la convocation de leur président.
Pour la composition de la chambre, le président de la chambre désigne, sur la liste visée à l'article 7 et par dossier, le membre non permanent dont la présence est requise par la nature des dossiers soumis à la commission.
Plusieurs membres non permanents peuvent dès lors être désignés pour une même séance.
Les membres non permanents votent uniquement pour les dossiers pour lesquels ils ont été désignés.
 
Art. 10. Les membres empêchés de donner suite à la convocation sont remplacés par leur suppléant.
 
Art. 11. Le service Registre national prépare tous les dossiers qui doivent être soumis à l'avis de la commission et fixe l'ordre du jour en concertation avec les présidents de la chambre.
La chambre peut, à la demande de son président ou de deux de ses membres, demander des mesures d'enquête plus précises comme recueillir des informations supplémentaires ou entendre la personne concernée.
 
Art. 12. Les avis sont rendus à la majorité des voix. En cas de parité des voix, la voix du président est prépondérante.
L'avis au ministre de la Justice sur l'inscription et la prolongation de l'inscription au registre national et l'avis au ministre de la Justice en application de l'article 991septies, du paragraphe 1 du Code judiciaire ou du paragraphe 1 de l'article 24 de la loi du 10 avril 2014 au sujet de la suspension, la radiation temporaire ou définitive de l'inscription dans le registre national, seront rendus dans les six semaines après que la demande a été envoyée à la commission d'agrément.
 
Art. 13. Lorsque la commission d'agrément intervient sur la base de l'article 991septies du Code judiciaire ou de l'article 24, § 1 de la loi du 10 avril 2014, elle doit entendre l'intéressé après lui avoir donné la possibilité de consulter son dossier.
La commission d'agrément remet un avis écrit et motivé au ministre de la Justice.
 
Art. 14. Lorsque la commission d'agrément est amenée à rendre des avis sur des aspects organisationnels, sur des questions de principe relatives au fonctionnement, des questions de compétences ou de divergences de jurisprudences, elle se réunit en chambres réunies. Cette réunion est présidée par le président de la commission d'agrément.
 
CHAPITRE 4. - L'indemnité des membres de la commission d'agrément
 
Art. 15. Pour chaque séance de chacune des deux chambres, il est alloué un jeton de présence taxé comme suit :
100 euros pour le président ;
75 euros pour le membre non permanent et les autres membres permanents à l'exception du fonctionnaire représentant le service du Registre national.
Les frais de déplacement sont inclus.
Chaque membre non permanent reçoit un jeton de présence par audience indépendamment du nombre de dossiers qui lui a été confié.
 
CHAPITRE 5. - La collecte de renseignements et conservation des données
 
Art. 16. La commission d'agrément rend un avis sur la base des renseignements reçus ou recueillis par le ministre de la Justice. Elle peut demander que des renseignements supplémentaires lui soient transmis.
 
Art. 17. Les dossiers actifs et les archives de la commission d'agrément sont conservés par le Service Public Fédéral Justice.
 
CHAPITRE 6. - Contribution aux frais d'inscription
 
Art. 18. La contribution aux frais d'inscription et de réinscription au registre national des experts judiciaires et au registre national des traducteurs, interprètes et traducteurs-interprètes jurés s'élève à 90 euros. Cette contribution doit être payée lors de la demande de l'inscription au registre.
Cette contribution est adaptée annuellement au taux de croissance de l'indice-santé moyen de l'année 2018.
L'année de base 100 est 2013.
Le montant de 90 euros est lié à l'indice d'août 2018. La première adaptation sera faite en janvier 2019 et ensuite au mois de septembre de chaque année.
Le montant est arrondi à l'unité supérieure si la première décimale est supérieure à 4, sinon il est arrondi à l'unité.
 
CHAPITRE 7. - Exécution de l'arrêté
 
Art. 19. Le Ministre de la Justice est chargé de l'exécution du présent arrêté.
 
Donné à Bruxelles, le 23 septembre 2018.
PHILIPPE
Par le Roi :
Le Ministre de la Justice,
K. GEENS

 
Samen maken we werk van ons beroep
 
Word lid van de eerste Beroepsvereniging van, voor en door beëdigd vertalers en tolken. 
 
De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken is een erkende beroepsorganisatie met de rechtsvorm van een Beroepsvereniging.  
 
Nog niet aangesloten bij de enige echte beroepsvereniging? Klik op deze link.
 
Volg ons op Linkedin (enkel voor leden)
Volg ons op Linkedin (publiek)
Volg ons op Twitter.
Volg ons op Facebook (enkel voor leden)
Volg ons op Facebook (publiek)
 
 
Herlees hier al onze nieuwsbrieven.
Klik op Uitschrijven hieronder om onze nieuwsbrieven niet meer te ontvangen.
 
Deel de nieuwsbrief:


 
Défendons ensemble notre profession

Devenez membre de la première Union professionnelle des, pour et par les traducteurs et interprètes assermentés.

L'Union professionnelle des traducteurs et interprètes assermentés est une organisation professionnelle agréée avec la forme juridique d'une Union professionnelle. 
 
Pas encore affilié à la seule et unique Union professionnelle ? Cliquez ici.
 

Suivez-nous sur Linkedin (membres uniquement)
Suivez-nous sur Linkedin (public)
Suivez-nous sur Twitter
Suivez-nous sur Facebook (membres uniquement)
Suivez-nous sur Facebook (public)
 
 
Relisez ici toutes nos infolettres.
Cliquez sur "Uitschrijven" ci-après pour ne plus recevoir nos infolettres.
 
Partagez l'infolettre: