Als bestuurslid van DOS en als tolk ben ik, Monic Schaapveld, van half december tot 7 januari in Nicaragua geweest. Eerst een werkbezoek van een dikke week aan onze zusterstad La Libertad, daarna een kleine drie weken vakantie. Gezien de situatie in Nicaragua hebben Jan Smit en ik, voordat we besloten te gaan, er goed over nagedacht en informatie ingewonnen bij vrienden in Nicaragua. Al met al was het advies dat het kan, dat je natuurlijk uit moet kijken en geen politieke discussies moet aangaan. Ik heb meer dan 10 jaar in Nicaragua gewoond, in Chinandega en León, en wilde graag zelf voelen en proeven hoe het is in het land. Aan de andere kant heb je het morele aspect, als vertegenwoordigers van de stedenband praat je natuurlijk ook met bijvoorbeeld de FSLN-burgemeester in La Libertad en geef je ongewild het signaal af dat je het eens bent met wat de regering Ortega doet. Ook de inwoners van La Libertad kunnen dat zo interpreteren. Maar goed, we zijn gegaan. We hadden een uitnodigingsbrief mee van de burgemeester van La Libertad voor het geval de douane op het vliegveld van Managua moeilijke vragen ging stellen, maar we konden zo door.
Op het eerste gezicht lijkt alles als voorheen in La Libertad. De winkels in het stadje zijn open, iedereen is aan het werk, het gewone aantal mensen loopt of rijdt op straat... later hoor je dat de verkoop met de helft gedaald is en dat er bijvoorbeeld geen duurdere kerstkado's worden gekocht. Ook de veeboeren voelen de gevolgen nu er veel restaurants en hotels in Managua, die voorheen vlees afnamen, gesloten zijn. Vrienden en bekenden vertellen wel hoe zij de situatie analyseren, maar alleen als er geen andere mensen in de buurt zijn. In La Libertad is het relatief rustig gebleven, geen wegversperringen door demonstranten, wel pro-regeringsversperringen die verhinderden dat de winkels van niet-regeringsaanhangers bevoorraad werden. In een klein stadje als La Libertad weet iedereen wel wat jouw politieke standpunt is. De meest uitgeproken niet-regeringsgezinden kregen dreig-whatsappjes. Ook blijkt een deel van een straat afgezet, omdat de paramilitairen zich daar ophouden, die gaan 's avonds bewapend de straat op. Kortom, men probeert de draad weer op te pakken, maar de onderhuidse spanning is voelbaar. En de bevolking is heel sterk verdeeld in rojinegro (voor Ortega/het FSLN) en azul y blanco (voor democratie, politieke hervormingen etc). Bij onze zusterorganisatie Fundación Crecemos Juntos zijn in het bestuur beide groepen vertegenwoordigd. 'We werken samen aan het verbeteren van de levensomstandigheden van de mensen in La Libertad. We houden de politiek buiten onze activiteiten', zegt een bestuurlid. Je merkt dat het een hecht team is.
De voorzitter en vice-voorzitter van FC Juntos
Vanuit La Libertad ben ik naar León gegaan. Voorheen als je in León rond liep, zag je overal wel buitenlandse toeristen. Nu valt het op als je een toerist ziet. Veel hostals, hotels, reisburo's zijn gesloten. Veel huizen staan te koop. Veel buitenlandse ondernemers die in de toeristische sector actief waren, zijn vertrokken. Een aantal winkels van kleine middenstanders zijn gesloten. Ook Nicaraguaanse vrienden die bedreigd werden, hebben het land verlaten. In het centrum is een half blok afgebrand, daar stond onder andere het pand van de pro-regerings studentenorganisatie. Het ziet er troosteloos uit. De universiteit is een tijd dicht geweest, veel studenten zijn naar hun eigen woonplaats teruggekeerd, zijn het land uit of zitten in de gevangenis. Er is wel weer een aantal maanden lesgegeven en het nieuwe universitaire jaar begint nu in januari al, in plaats van maart zoals voorheen. De inschrijvingen voor het komende studiejaar zijn drastisch gedaald, veel studenten of hun ouders vinden de toekomst veel te onzeker. Aan de andere kant gaat het leven door, zitten de bars en restaurants 's avonds aardig vol en wordt er in deze Kerst en Oud&Nieuw-periode flink gefeest.
Reizen met de bus gaat prima. Met twee Nederlandse vriendinnen die in Nicaragua wonen, hebben we afgesproken elkaar onder aan de Mombacho-vulkaan bij Granada te ontmoeten. Daar gaan we naar een door de gemeenschap opgezet toeristisch project, op een voormalige landbouwcoöperatie, iets verder de flanken van de Mombacho op. Twee dagen geleden zijn daar twee Franse vrouwen aangekomen, nu wij drieën. Daarmee zijn we de eerste groep die ze sinds mei hebben ontvangen. De omgeving is echt prachtig, heerlijk rustig, en de mensen die het runnen zijn erg aardig. Gelukkig verbouwen ze veel groentes, bonen en rijst voor eigen consumptie. Ze hopen natuurlijk dat er snel meer toeristen komen. 'Jullie hebben ons weer moed gegeven', zegt de beheerder.
De volgende dag gaan we naar Masaya, daar is de strijd zeer heftig geweest, zeker in de inheemse wijk Monimbó. De sfeer is er anders, je voelt meer spanning. De mensen op straat kijken je zelfs wat bevreemd aan, ze zijn niet meer gewend westerse toeristen in hun straat te zien. Het binnenste deel van de artesanía-markt, dé toeristisch plek in de stad, heeft in brand gestaan. In recordtijd heeft de gemeente de kramen weer geschilderd en er een nieuwe overkapping opgelegd. Alleen zijn veel kramen dicht en zijn de bezoekers op één hand te tellen. Het ziet er bijna onherkenbaar uit, voorheen liepen hier altijd heel veel mensen rond. In het hotel praten we met de eigenaren, het is een familiehotel aan de hoofdstraat waar ik wel vaker geweest ben. Ze vertellen open over wat er allemaal gebeurd is, het hotel lag behoorlijk in de vuurlinie. De eigenaar is arts en heeft gewonde demonstranten verzorgd op de provisorische medische post. Hij heeft een praktijk aan huis, werkt niet voor de overheid en kan dus niet ontslagen worden, zoals andere artsen wel is overkomen. Tot nu toe is hij met rust gelaten, hoewel er deze ochtend wel een paar politieagenten met een hoge rang veel vragen aan hem hebben gesteld. Er is nu weer meer politie op straat, want een paar dagen geleden zijn een aantal jongeren opgepakt. 'Het voelt als een snelkookpan die elk moment kan ontploffen', zegt de eigenaar.
De mensen houden hun hart vast over wat het nieuwe jaar gaat brengen. Niemand weet waar het naar toe gaat, er is veel desinformatie van beide kanten, geruchten gaan als een razende rond en doven dan weer snel uit. De meesten vinden dat Daniel Ortega en Rosario Murillo moeten vertrekken, maar ja, wat komt er dan voor in de plaats? Rond de brede alliantie van de studentenbeweging, mensenrechtenorganisaties, feministes, het bedrijfsleven, de boeren en prominente persoonlijkheden die na het mislukken van de nationale dialoog is opgezet, is het al een tijdje stil. Is het uit elkaar gevallen of zijn ze zich stilletjes juist beter aan het organiseren? Veel leiders of directeuren van uiteenlopende organisaties zijn naar Costa Rica gevlucht en organiseren daar bijeenkomsten en protesten. Onstaat er daar wellicht een sterke tegenbeweging? Hoeveel macht en financiële middelen hebben Ortega en Murillo nog, hoe lang kunnen ze dit volhouden? Gaat de druk op Ortega vanuit de Organisatie van Amerikaanse Staten en de Verenigde Staten resultaten opleveren? Gaat de onlangs in werking getreden Nica-Act de machthebbers echt raken? Of zijn het, zoals veel mensen vrezen, de lage en de middenklasse die de gevolgen gaan voelen?
Veel vragen, heel weinig zekerheden. De Nicaraguaanse bevolking gaat een heel onzeker jaar tegemoet. Hopelijk komen ze er samen uit.
|