“Kwaliteit is geen statisch proces en geen vooraf afgerond geheel. Kwaliteit heb je en maak je elke dag. Door helder te hebben wie je bent en waar je voor opleidt, wat je kunt en waar je heen gaat”.
Wat doet de Stichting SNRO?
Cursisten en deelnemers aan opleidingen (maar ook beroepsverenigingen en verzekeringen), o.a. in de integrale en complementaire zorg, hebben behoefte aan zekerheid over de kwaliteit van het opleidingsaanbod. Immers, de verscheidenheid is tegenwoordig groot. Daarom kan een opleidingsinstituut zijn opleidingsaanbod objectief laten beoordelen (=accrediteren) door een onafhankelijke organisatie zoals de SNRO.
Onafhankelijk betekent dat de SNRO eerlijk controleert. De Stichting laat zich niet beïnvloeden door commerciële belangen. Het onderscheidt de SNRO als accreditatieinstelling, dat specifieke know-how over het beroepenveld en het werkveld gecombineerd wordt met kennis en ervaring van accreditatie en visitatie in een onafhankelijke rol.
De doelstelling van de Stichting is o.a. om de kwaliteit van de opleidingen vast te stellen en te meten en aan de verdere kwaliteitsontwikkeling een bijdrage te leveren. Om uiteindelijk een bijdrage te leveren aan goed opgeleide therapeuten die verantwoorde en kwaliteitsvolle behandelingen in het CAM veld verzorgen.
Wat is uw visie op bijscholing?
De houdbaarheid van kennis, vaardigheden en houdingen in beroepsopleidingen is het laatste decennium sterk aan erosie onderhevig. Was vroeger een startopleiding voldoende voor je hele beroepscarrière, tegenwoordig is onderhoud permanent geboden. Permanente educatie in het kader van ‘life-long learning’ is bij professionals in het reguliere maar ook in het CAM-veld zowel recht als plicht geworden.
In alle categorieën van opleidingen vindt de invulling van het aanbod van permanente educatie plaatst in een vorm van ‘face-to-face’-leren, ‘e-learning’ of een combinatie hiervan, ‘blended learning’. Van de integratie van ‘nieuwe’ vormen van leren is de SNRO ook een voorstander.
Na de basisberoepsopleiding die zorgt voor een basisbekwaamheid van de beroepsbeoefenaar in het CAM-veld houdt de betrokkene zijn kennis, vaardigheden en houdingen op peil middels bij- en nascholingen. Deze bij- en nascholing is bij elke beroepsvereniging verplicht maar verschilt onderling in lengte en werkwijze. Voor de koepels en beroepsverenigingen is het van belang dat de bij- en nascholing ook voldoen aan kwaliteitscriteria en dus geaccrediteerd zijn. De SNRO hanteert hierbij eenduidige en transparante criteria.
Welke typen accreditatie zijn er en wat is het belang van elk voor de beroepsgroep?
De SNRO krijgt verzoeken om accreditatie voor heel verschillende typen opleidingen, modules, bij- en nascholing, e-learning, blended learning. Daarnaast kent de SNRO een zogenaamde systeemaccreditatie (instellingsaccreditatie). De bij- en nascholing kent heel uiteenlopende korte modules, trainingen, workshops e.d. in het kader van de bij- en nascholing.
Vanwege de uniformiteit hanteert de SNRO een indeling naar typen opleidingen die aansluit en gebaseerd is op de indeling in het reguliere beroepsonderwijs. Naast de indeling in typen opleidingen onderscheidt de SNRO bij haar accreditatie verschillende opleidingsniveaus. Het opleidingsniveau geeft aan van welke moeilijkheidsgraad of van welk niveau de gedoceerde beroepsspecifieke of beroepsgenerieke competenties zijn.
De SNRO heeft ervoor gekozen te accrediteren en visiteren op een aantal niveaus. Dit betekent concreet dat de volgende mogelijkheden ontstaan voor accreditatie en visitatie met als doel een registratie door de SNRO: hbo niveau, post-hbo niveau en post-mbo niveau.
Het BivT heeft in november 2015 een HBO-conforme systeemaccreditatie ontvangen. Wat houdt deze accreditatie in?
‘Systeemaccreditatie’ is een accreditatievorm van de SNRO. Deze manier van accrediteren, ‘systeemtoezicht’ of ook wel ‘metatoezicht’ genoemd, wordt in het reguliere onderwijs ook gebruikt(*). Instituten worden dan niet meer alleen per opleiding, cursus of module geaccrediteerd, maar als volledig opleidingsinstituut. Het betekent enerzijds dat opleidingsinstituten laten beoordelen hoe ze omgaan met de kwaliteit van haar opleidingsaanbod. Anderzijds is het een kwaliteitsstimulans voor de verdere ontwikkeling van een kwaliteitscultuur van het totale systeem van het instituut.
In wezen is deze systeemaccreditatie of meta-accreditatie een volgende stap naar een ultieme (zowel generiek als specifiek) kwaliteitsontwikkeling. Het is een belangrijke ontwikkeling voor de branche van de integrale en complementaire gezondheidszorg omdat deze wijze van accrediteren het mogelijk maakt aan te sluiten bij een dynamische omgeving van levenslang leren en kwaliteitszorg. Een systeemaccreditatie is voor de BiVT de erkenning van het ‘mastersschap’ als opleidingsinstituut.
Wat is uw toekomstvisie met betrekking tot de borging van kwaliteit van opleidingen en stimuleren van continue verbetering en innovatie van opleidingen/bij- en nascholingen?
Het doel van de SNRO is om met betrekking tot kwaliteits-waarborging (‘quality assurance’) een weg te vinden tussen beoordeling van kwaliteit (op basis van heldere en eenduidige criteria) aan de ene kant en verbetering en ontwikkeling van kwaliteit ( ‘quality enhancement’) aan de andere kant.
Hoewel een accreditatieinstelling normaliter als primaire taak de onderwijskwaliteit toetst en de grenzen aangeeft, ziet de SNRO ook graag dat opleidingen een cyclisch vermogen ontwikkelen om voortdurend aan verbetering van kwaliteit te werken. Verder is ook het scheppen van heldere en eenduidige criteria op basis waarvan getoetst wordt van groot belang. In het boek “The audit society” van Power wordt als één van de redenen voor het ontstaan van de ‘audit explosion’ in elke werksoort het ontbreken van toetsbare criteria genoemd. Daar wil de SNRO met heldere criteria een bijdrage aan leveren.
(*) Zie de site van de NVAO en uitwerkingen als 'Instellingsaccreditatie' en 'Instellingstoets'