04 Vraag van mevrouw Sonja Becq aan de minister van Justitie over "de eed afgelegd door gerechtstolken" (nr. 23280)
04.01 Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de minister, op 1 december 2016 is de wet uit 2014 houdende een nationaal register voor tolken, deskundigen en vertalers-tolken van kracht geworden. Er werd voor geopteerd om in de beginfase te werken met een voorlopig register. Op die manier kon er voortgang worden gemaakt van een wetgeving die wat blijven liggen was. Op die manier hebt u er wat vaart achter gezet.
Blijkbaar zouden er echter wel wat vragen rijzen met betrekking tot de rechtsgeldigheid van de eed die de gerechtstolken en vertalers moeten afleggen. Er wordt gezegd dat het voorlopig register geen juridische waarde heeft. Blijkbaar instrueert de procureur des Konings van Antwerpen in een omzendbrief dat voor elke prestatie afzonderlijk de eed moet worden afgelegd, net zoals in de procedure voor de aanstelling bij hoogdringendheid van een vertaler-tolk of deskundige. Bovendien moet de eed, aldus de omzendbrief, zowel bij het begin – dan weet de rechtsonderhorige dat het om een beëdigd vertaler-tolk gaat – als op het einde, conform de wetgeving.
Ongeruste vertalers-tolken willen vernemen hoe ze nu correct handelen.
Mijnheer de minister, hoe ver staat het nu met de diverse besluiten tot uitvoering van de wet van 2014?
Welke maatregelen zult u nemen om op korte termijn de rechtsonzekerheid uit de weg te helpen?
04.02 Minister Koen Geens: Mevrouw Becq, de oprichting van het nationaal register heeft een kwalitatieve justitie voor ogen.
De stand van zaken omtrent de uitvoeringsbesluiten is als volgt.
Het koninklijk besluit dat de voorwaarden oplegt waaraan de juridische opleiding moet voldoen, werd in december 2017 voor advies aan de Raad van State voorgelegd. De Raad heeft op 26 januari 2018 een definitief advies medegedeeld. Het koninklijk besluit werd aan de opmerkingen van de Raad van State aangepast en wordt eerstdaags gepubliceerd.
De koninklijke besluiten over de werking van de Aanvaardingscommissie en de te betalen bijdragen in de kosten werden in juni 2017 een eerste maal aan de Inspectie van Financiën bezorgd. Op haar vraag werden de besluiten samengevoegd en grondig aangepast. Er is nog altijd geen definitief advies. Zodra het advies van de inspectie is ontvangen, wordt het advies van de Raad van State ingewonnen.
Het koninklijk besluit over de permanente vorming is momenteel in voorbereiding. Alle betrokken experts en vertalers-tolken kunnen zich reeds registreren in het register, dat momenteel door de FOD Justitie wordt uitgebouwd. Er zijn 1 823 experts en 1 545 vertalers-tolken, die dat inmiddels hebben gedaan. Maandelijks komen er gemiddeld 45 experts en 35 vertalers-tolken bij.
In afwachting van het definitieve register kan zowel uit het tijdelijke register als uit de lokale lijsten een deskundige worden aangesteld. Op termijn wordt het nationaal register de enige referentie.
De problematiek omtrent de eedaflegging van de tolken, die u hebt geschetst, is mij uiteraard bekend. Daarbij is voor de eedaflegging van de vertalers, tolken en vertalers-tolken die niet in het nationaal register zijn ingeschreven, bepaald dat zij per opdracht de eed moeten afleggen.
De eedformule is naar analogie van de formule voor de deskundigen in de verleden tijd opgesteld.
Dat gaat op voor de vertalers, die de eedformule onderaan hun vertaling aanbrengen. Voor de tolken rijst een probleem, omdat zij de eed gebruikelijk aflegden, vooraleer zij hun opdracht aanvatten. De rechtbanken waren dat niet gewoon. Om onregelmatigheden te vermijden, hebben de procureurs-generaal aangeraden de eed tweemaal te laten afleggen.
Mijn diensten hebben een wetsaanpassing voorbereid die de problematiek verhelpt, zodat de tolken de eed afleggen, vooraleer zij hun opdracht aanvatten. De vertalers doen dat aan het einde van de opdracht, waarbij de eedformules op elkaar werden afgestemd.
Ik hoop dat die beperkte aanpassing via amendement kan worden ingevoegd in het wetsontwerp betreffende de werklastvermindering, dat reeds is ingediend en weldra in de commissie voor de Justitie zal worden besproken.
04.03 Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de minister, ik bedank u, omdat u op een dergelijk korte termijn zocht naar een oplossing voor het probleem van de eedaflegging.
Uit uw antwoord meen ik begrepen te hebben dat wie niet in het nationaal register is opgenomen, twee keer de eed zal moeten afleggen. Daaruit leid ik af dat wie in het voorlopig register ingeschreven staat, dat niet hoeft te doen en behandeld wordt alsof zijn of haar inschrijving in het register reeds definitief is. Daarover bestond immers ook wat verwarring, zo heb ik althans uit de rondzendbrief afgeleid. Er komt in elk geval een wetswijziging om een en ander te verduidelijken, eventueel na amendering.
Het incident is gesloten.