Info 2018/13
 
 
 
UNION PROFESSIONNELLE 
DES TRADUCTEURS ET INTERPRETES ASSERMENTES
 
BEROEPSVERENIGING
BEËDIGD VERTALERS EN TOLKEN
 
BBVT B.V. - UPTIA U.P.
contact@bbvt.be - contact@uptia.be
 
 
Member of
 


Parlementaire vraag over
"de vergoeding voor nacht- en weekendprestaties van tolken" 
 

Op verzoek van de BBVT heeft federaal volksvertegenwoordiger Stefaan Van Hecke op de laatste vergadering van de Kamercommissie voor de Justitie vóór het zomerreces de minister van Justitie ondervraagd over de vergoeding voor nacht- en weekendprestaties van tolken. Daarbij baseerde hij zich op een punt aangekaart in een advies van de HRZKMO (1). 

Minister Geens antwoordde dat voor tolken het weekend- en nachtwerk werd afgestemd op de regeling die in het openbaar ambt van toepassing is en de activiteiten van advocaten "moeilijk zonder meer gelijk zijn te stellen met die van de tolken". 

Dit antwoord roept heel wat vragen op. We komen hier nog op terug.

De minister kondigt een evaluatie aan.


 
 
 
 
 COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE van woensdag 18 juli 2018
(integraal verslag)
 
 
13 Vraag van de heer Stefaan Van Hecke aan de minister van Justitie over "de vergoeding voor nacht- en weekenprestaties van tolken" (nr. 26359)
 
13.01  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, mijn vraag gaat over nachtwerk en prestaties die geleverd worden in het weekend. Dit roept enkele vragen op.
 
Voor tolken gaat de nacht in vanaf 22u terwijl dit voor alle andere nachtwerkprestaties meestal vanaf 20u start. De Hoge Raad voor de zelfstandigen en de KMO begrijpt de reden voor dit verschil niet en vindt er geen verantwoording voor in het verslag aan de Koning van het koninklijk besluit van 22 december 2016
 
De Hoge Raad pleit ervoor het nachtbegrip voor de prestaties van de beëdigd vertalers-tolken om 19u te laten beginnen, in overeenstemming met het systeem dat van toepassing is op de pro-Deoadvocaten. Indien de Hoge Raad hierin niet zou gevolgd worden, is hij van mening dat minstens de prestaties die uitgevoerd worden vanaf 20u beschouwd moeten worden als nachtwerk, in overeenstemming met de andere regelgeving hierover.
 
De regels zijn verschillend voor de pro-Deoadvocaten, zeker sinds de invoering van het KB van 22 december 2016, waarbij de periode van het nachtwerk verkort werd en het supplement voor prestaties op zaterdag gehalveerd werd.
 
Het weekend voor advocaten met doorlopend dubbele vergoeding, begint al op vrijdagavond om 19u en eindigt op maandagochtend om 7u. Een feestdag start voor advocaten al op de avond voor de feestdag om 19u en loopt tot de ochtend na de feestdag 7u. Met andere woorden, bij een voorleiding waarbij zowel een pro-Deoadvocaat aanwezig is als een tolk, geldt voor beiden een andere regeling wat betreft weekendwerk en nachtwerk.
 
Vandaar de volgende vragen.
 
Om welke reden werden voor tolken andere definities van nacht- en weekendprestaties vastgelegd dan voor pro-Deoadvocaten?
 
Wilt u stappen ondernemen dit verschil weg te werken? Zo ja, welke en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
 
13.02 Minister Koen Geens: De algemene regelgeving inzake nachtwerkprestaties bepaalt inderdaad het begrip nachtwerk als arbeid verricht tussen 20u 's avonds en 6u 's morgens. Deze regelgeving laat ook toe afwijkende bepalingen te onderhandelen op basis van de specificiteit van de beroepsactiviteit. Zo geldt er een afwijkende regeling binnen het openbaar ambt.
 
Voor tolken werd het weekend- en nachtwerk afgestemd op de regeling die in het openbaar ambt van toepassing is. Daarbij wordt uitgegaan van het feit dat prestaties gestart na 18u doorgaans niet doorlopen tot na 22u.
 
Het doel blijft een zo gelijk mogelijke behandeling, rekening houdende met de reeds vermelde specificiteit van de beroepsactiviteit. Elk van de tariefbesluiten wordt na twee jaar opnieuw geëvalueerd. De eerste evaluatie wordt begin 2019 opgestart.
 
Wat voor de pro-Deoadvocaten is afgesproken, is een regeling die afwijkt van deze die geldt binnen het openbaar ambt. De activiteiten van de advocaten zijn moeilijk zonder meer gelijk te stellen met die van de tolken. In elk geval wordt de situatie herbekeken in functie van de resultaten van de geplande evaluaties.
 
13.03  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, het is goed dat men de problematiek bij de evaluatie zal bekijken, maar het is toch bizar dat, wanneer in het kader van de Salduz-wetgeving bijvoorbeeld een advocaat en een tolk worden opgeroepen, de ene al aan een nachtprestatie bezig is en de andere niet. Dat is niet erg logisch. Een harmonisering in de ene of de andere zin zou vrij logisch zijn. Het is duidelijk dat de situatie nu vrij nadelig is voor de tolken en iets voordeliger voor de advocaten. Ik pleit er niet voor om het voordeel van de advocaten af te bouwen, maar het is nuttig en aangewezen dat ook de tolken en vertalers die dringende bijstand moeten verlenen, onder een gelijkaardige regeling kunnen vallen.
 
Het incident is gesloten.
 


Question parlementaire sur "la rémunération des prestations de nuit et de week-end des interprètes"
 

A la demande de l'UPTIA, le député fédéral Stefaan Van Hecke, lors de la dernière réunion de la Commission de la Justice avant les vacances d'été, a interrogé le ministre de la Justice sur la rémunération des prestations de nuit et de week-end des interrètes. Il s'est basé sur un point soulévé dans un avis du CSIPME (1)  
Le ministre Geens a répondu que, en ce qui concerne les interprètes, le travail de nuit et de week-end a été aligné sur le règlement d'application dans la fonction publique, et que les activités des avocats "peuvent difficilement être assimilées à celles des interprètes".

Cette réponse soulève de nombreuses questions. Nous y reviendrons plus tard. 

Le ministre annonce une évaluation. 
 
 
 
 
 
 COMMISSION DE LA JUSTICE de mercredi le 18 juillet 2018
(compte rendu analytique)
 
 
13 Question de M. Stefaan Van Hecke au ministre de la Justice sur "la rémunération des prestations de nuit et de week-end des interprètes" (n° 26359)
 
13.01  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Pour les interprètes, les prestations de nuit débutent à 22 heures alors qu'elles démarrent le plus souvent à 20 heures pour d'autres fonctions. Le Conseil Supérieur des Indépendants et des PME préconise de fixer à 19 heures le début de la nuit dans le cas des prestations des traducteurs-interprètes jurés, en s'alignant sur le système des avocats pro deo, ou au moins de considérer les prestations effectuées à partir de 20 heures comme du travail de nuit.
 
Pendant la fin de semaine des avocats, le double tarif est appliqué sans discontinuer et démarre déjà le vendredi soir à 19 heures pour se terminer le lundi matin à 7 heures. Un jour férié démarre pour les avocats la veille à 19 heures et se poursuit jusqu'au lendemain matin à 7 heures. Pour une comparution où sont présents à la fois un avocat pro deo et un interprète, des règles différentes valent donc pour chacun concernant le travail de nuit et de fin de semaine. Pourquoi cette situation prévaut-elle? Quand supprimera-t-on cette distinction?

13.02 Koen Geens, ministre (en néerlandais): La réglementation générale en matière de prestations de nuit définit le concept "travail de nuit" comme un travail effectué entre huit heures du soir et 6 heures du matin. Cette réglementation autorise aussi des dérogations en fonction de l'activité professionnelle. En ce qui concerne les interprètes, le travail de nuit et de fin de semaine a été aligné sur le règlement d'application dans la fonction publique. On considère dans celui-ci que des prestations démarrées après 18 heures ne se poursuivent généralement pas jusqu'après 22 heures. 
 
L'objectif reste d'assurer un traitement aussi équitable que possible. Tous les arrêtés en matière de tarif font l'objet d'une évaluation après deux ans. La première évaluation démarrera début 2019.
 
La réglementation pour les avocats pro deo diffère de celle appliquée dans la fonction publique. Les activités des avocats peuvent difficilement être assimilées à celles des interprètes.
 
L'objectif reste d'assurer un traitement aussi équitable que possible. Tous les arrêtés en matière de tarif font l'objet d'une évaluation après deux ans. La première évaluation démarrera début 2019.

13.03 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Il n'est pas normal, dès lors qu'un avocat et un interprète sont requis dans le cadre de la loi Salduz, que le premier soit censé effectuer une prestation de nuit mais non le deuxième. Je ne préconise pas de supprimer cet avantage pour les avocats, mais les interprètes et les traducteurs qui apportent une aide urgente doivent pouvoir être soumis à des règles analogues à celles en vigueur pour les avocats. Une harmonisation serait logique.

L'incident est clos.
 


Verslag vergadering met het DGRO van
de FOD Justitie van 5 juli 2018

A. Wetswijzigingen en amendementen op de wet op het nationaal register


1) Anonimisering gegevens van tolk in een concreet dossier.

Er werd ons bevestigd dat door een geplande wijziging aan de wetgeving, die nog door het parlement moeten worden aangenomen, in de toekomst tolken in bepaalde dossiers anoniem zullen kunnen werken. Dit zal kunnen indien het wordt gevraagd door de tolk of de magistraat én indien de magistraat zijn goedkeuring daarvoor geeft. Er zal dan worden gewerkt met een identificatienummer. Ieder geval zal apart worden beoordeeld naargelang de omstandigheden. Bedoeling is om tolken beter te beschermen in gevoelige dossiers.

Dit wetgevend initiatief komt er naar aanleiding van vragen omtrent de privacy van vertalers en tolken die de BBVT voorlegde aan het DGRO. 

Wij kunnen in deze nieuwsbrief - in alle exclusiviteit - al het antwoord van de minister meedelen op een recente parlementaire vraag hierover van volksvertegenwoordiger Stefaan Van Hecke.


2) Legalisatiestempel voor beëdigd vertalers.

Er komt een nieuw legalisatiesysteem. Handtekeningen van vertalers die zich niet hebben ingeschreven in het nationaal register, zullen weldra niet meer worden gewaarmerkt door de griffies. We herinneren eraan dat het de BBVT is die - via een advies van de HRZKMO (1) - volgende oplossing had voorgesteld: 

"Een vereenvoudiging van de legalisatieprocedure zou gerealiseerd kunnen worden door aan elke beëdigd vertaler, die opgenomen is in het nationaal register, een stempel toe te kennen met daarop zijn identificatienummer, evenals de periode (6 jaar) waarvoor hij toegelaten wordt tot het nationaal register, inclusief vermelding van einddatum op de stempel. Met deze persoonlijke stempel en zijn handtekening zal de beëdigd vertaler de door hem gemaakte vertaling “legaliseren”, “officialiseren”. De stempel biedt aan de afnemer van de vertaling een garantie dat de vertaler opgenomen is in het nationaal register en dus per definitie ook beëdigd is."


3) Moraliteitsonderzoek van alle vertalers en tolken 'ten voorlopige titel' ingeschreven in het nationaal register.

Begin april jl. heeft de BBVT het gebrek aan geloofwaardigheid van het nationaal register aangeklaagd (2). Het belang van de controle op de voorwaarden bij de opname is duidelijk onderschat. De minister en de FOD Justitie lijken de kritiek ter harte hebben genomen. Het advies van de procureur des Konings te Brussel werd ingewonnen. We kregen de bevestiging dat het moraliteitsonderzoek er komt. Het zal worden uitgevoerd door het parket van de woonplaats van de ingeschreven vertaler of tolk. Het parket heeft daarbij toegang tot het strafregister en tot het register van antecedenten.

Wettelijke basis: art. 20 van de wet van 10 april 2014 (wet op het nationaal register): 

"De minister of de door hem gemachtigde ambtenaar wint inlichtingen in omtrent de moraliteit van de kandidaat beëdigd vertaler, tolk of vertaler-tolk en zijn beroepsbekwaamheid bij het openbaar ministerie en de gerechtelijke of andere autoriteiten waarvoor hij eventueel reeds is opgetreden. Indien nodig kan een veiligheidsadvies zoals bedoeld in de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, vereist worden. Deze 
inlichtingen mogen enkel gebruikt wordt voor het beheer van dit register."

 


B. KB betreffende de permanente vorming

De verenigingen van de sector hebben een ontwerp ontvangen van het KB betreffende de "permanente vorming" bedoeld in art. 21, 6°/1  van de wet van 10 april 2014.

Wettelijke basis:

In art. 21, 6°/1  van de wet van 10 april 2014 is bepaald dat "de natuurlijke personen die worden opgenomen in het nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken ten overstaan van de minister van Justitie schriftelijk verklaren dat ze zich ertoe verbinden permanente vormingen te volgen, zowel op het vlak van de kennis van de taal waarvoor ze werden ingeschreven, als van de techniek van het vertalen en van de gerechtelijke procedures, volgens de door de Koning bepaalde nadere regels. "

In art. 22 van die wet lezen we: "De opname in het nationaal register geldt voor een periode van zes jaar. De vertaler, tolk of vertaler-tolk kan zes maanden voor het verstrijken van deze periode een verlenging van zijn opname vragen. Bij deze aanvraag voegt hij een lijst van de burgerrechtelijke en administratieve opdrachten en het bewijs van de gevolgde permanente vorming. Bij beslissing van de minister van Justitie, of de door hem gemachtigde ambtenaar, en na advies van de aanvaardingscommissie wordt de inschrijving verlengd voor een nieuwe periode van zes jaar. "

Art. 26 § 3 stipuleert: "De beëdigd vertaler, tolk en vertaler-tolk is gehouden tot het volgen van permanente vorming, zowel op het vlak van de kennis van de taal waarvoor hij is ingeschreven, als van de techniek van het vertalen en van de gerechtelijke procedure. De aanvaardingscommissie houdt bij de beoordeling van de aanvraag tot verlenging rekening met de gevolgde opleidingen."

De ontwerptekst van dit KB is slechts een eerste ontwerp. De tekst is nog niet voorgelegd aan de Inspectie van Financiën of de Raad van State.  De werkgroep "nationaal register" van de FOD Justitie vraagt nu eerst de mening van de sector. De vertegenwoordigingen van de verenigingen konden donderdag al een eerste maal hun bedenkingen en suggesties mondeling formuleren. Het is onze betrachting de administratieve last voor de vertalers en tolken tot een minimum te beperken en de permanente vorming niet zo strikt academisch te houden als in het ontwerp, maar realistischer en meer beantwoordend aan de praktijk.

Onze leden krijgen de ontwerptekst via een apart nieuwsbrief doorgemaild. De input van de leden van de BBVT zal mee worden verwerkt in een antwoord aan de werkgroep van het nationaal register.


Rapport de la réunion avec la DGOJ
du SPF Justice du 5 juillet 2018


A. Modifications législatives et modifications à la loi sur le registre national : 


1) Anonymisation des données de l'interprète dans un dossier concret.
 
Il nous a été confirmé qu'un projet de modification de la législation, qui doit encore être adopté par le parlement, permettra à l'avenir aux interprètes de travailler anonymement sur certains dossiers. Cela sera possible si l'interprète ou le magistrat en font la demande et si le magistrat donne son accord. Un numéro d'identification sera alors utilisé. Chaque cas sera évalué en fonction des circonstances. L'objectif est de mieux protéger les interprètes dans les dossiers sensibles.
 
Cette initiative législative répond aux questions sur la protection de la vie privée des traducteurs et des interprètes soumis à la DGOJ par l'UPTIA.
 
Dans cette infolettre nous vous présentons en exclusivité la réponse du ministre Koen Geens à une récente question parlementaire introduite par le député fédéral, Stefaan Van Hecke, sur ce sujet. 
 

2) Cachet de légalisation pour les traducteurs assermentés.
 
Un nouveau système de légalisation sera mis en place. Les signatures des traducteurs qui ne sont pas inscrits au registre national ne seront bientôt plus légalisées par les greffes. Rappelons que c'est l'UPTIA qui - par le biais d'un avis du CSIPME (1) - avait proposé la solution suivante : 
 
"Une simplification de la procédure de légalisation pourrait être réalisée en accordant à chaque traducteur juré enregistré dans le registre national un cachet avec son numéro d’identification et une période (6 ans) durant laquelle il est admis au registre national, mention de la date d’échéance incluse au cachet. Avec ce cachet personnel et sa signature, le traducteur juré "officialisera" sa traduction. Le cachet offre une garantie à l’usager de la traduction que le traducteur est enregistré dans le registre national et qu’il est donc par définition juré."

 
3) Enquête de moralité sur tous les traducteurs et interprètes inscrits provisoirement au registre national.
 
Au début du mois d'avril, l'UPTIA a soulevé la question du manque de crédibilité du registre national :
 
https://jubel.be/fr/ladmission-au-registre-national-des-interpretes-traducteurs-jures-est-une-blague/
 
Le ministre et le SFP Justice semblent avoir pris la critique à cœur. L'avis du procureur de Bruxelles a été sollicité. Nous avons obtenu la confirmation qu'une vérification de moralité sera effectuée par le ministère public du domicile du traducteur ou de l'interprète enregistré. Le parquet a accès au casier judiciaire et au registre des antécédents.
 
Base juridique : l'article 20 de la loi du 10 avril 2014 (loi sur le registre national) : 
 
"Le ministre ou le fonctionnaire délégué par ce dernier recueille des renseignements sur la moralité du candidat traducteur, interprète et traducteur-interprète juré et son aptitude professionnelle auprès du ministère public et des autorités judiciaires ou d'autres autorités pour lesquelles il est éventuellement déjà intervenu. Si nécessaire, un avis de sécurité visé dans la loi du 11 décembre 1998 relative à la classification et aux habilitations, attestations et avis de sécurité peut être requis. Ces renseignements peuvent uniquement être utilisés pour la gestion de ce registre."

 
B. L'A.R. concernant la formation continue
 
Les associations du secteur ont reçu un projet de d'arrêté royal concernant la "formation continue" visée à l'art. 21, 6°/1 de la loi du 10 avril 2014.
 
Base juridique :
 
L'article 21, 6°/1 de la loi du 10 avril 2014 prévoit que "les personnes physiques qui seront inscrites au registre national des traducteurs, des interprètes et des traducteurs-interprètes jurés, déclarent par écrit devant le ministre de la Justice qu'elles s'engagent à suivre des formations continues pertinentes, tant sur le plan des connaissances de la langue pour laquelle ils sont inscrits que de la technique de traduction et des procédures judiciaires, selon les modalités fixées par le Roi."
 
Nous lisons à l'article 22 de cette loi : "L'inscription au registre national vaut pour une période de six ans. Six mois avant l'expiration de cette période, le traducteur, l'interprète ou le traducteur-interprète peut demander la prolongation de son inscription. Il joint à cette demande une liste des missions en matière civile et administrative ainsi que la preuve de la formation continue suivie. L'inscription est prolongée par décision du ministre de la Justice ou du fonctionnaire délégué par ce dernier et après avis de la commission d'agrément pour une nouvelle période de six ans."
 
L'art. 26 § 3 stipule :  "Le traducteur, l'interprète et le traducteur-interprète jurés sont tenus de suivre une formation continue, tant sur le plan des connaissances de la langue pour laquelle ils sont inscrits que de la technique de traduction et de la procédure judiciaire. La commission d'agrément tient compte des formations suivies lors de l'évaluation de la demande de prolongation."
 
Le projet de texte de cet arrêté royal n'est qu'un premier projet. Le texte n'a pas encore été soumis à l'Inspection des finances ou au Conseil d'État.  Le groupe de travail "registre national" du SPF Justice sollicite d'abord l'avis du secteur. Jeudi, les représentants des associations ont pu pour la première fois exprimer oralement leurs réflexions et suggestions. Notre objectif est de réduire au minimum la charge administrative qui pèsera sur les traducteurs et les interprètes et de maintenir la formation continue non pas aussi académique que dans le projet, mais plus réaliste et plus conforme à la pratique.
 
Les membres de l'UPTIA recevront le projet de texte dans une infolettre séparée. Le feedback des membres sera pris en compte dans une réponse au groupe de travail du registre national.


"Vertalers en tolken. Anonimiteit en bescherming"
   
  
 

 
Vraag van de heer Stefaan Van Hecke aan de minister van Justitie over "anonimiteit voor vertalers en tolken"
 
Bij de uitrol door de FOD Justitie van het nationaal register vertalers en tolken is er bezorgdheid gerezen omtrent de privacy van vertalers en tolken. Er bestaat immers een risico op bedreigingen en dergelijke, met name bij delicate strafzaken. Het College van procureurs-generaal raadde in 2010 al af om derden vrije toegang te verlenen tot alle contactgegevens. De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken verwijst naar de werkwijze van Binnenlandse Zaken (CVGS, RVV, enz.), die wel garanties biedt voor de anonimiteit van de ingezette tolken.
Naar dit voorbeeld zou het dan ook een eenvoudige oplossing zijn om enkel een mailadres en een mobiel telefoonnummer zichtbaar te maken terwijl de adresgegevens en vaste telefoonnummers van vertalers en tolken op de website niet zichtbaar zouden worden gemaakt. Zo zijn de dienstverleners wel contacteerbaar door alle belanghebbenden, maar worden hun adresgegevens niet onthuld voor het grote publiek.
1. Welke concrete maatregelen wenst u te nemen voor het waarborgen van de bescherming en de veiligheid van vertalers, tolken en taptolken die optreden in gevoelige dossiers, ook buiten terrorisme (dossiers van mensenhandel, mensensmokkel, zwaar banditisme, wapenhandel, drugsmokkel, informantenwerking, enz.)?
2. Tegen wanneer zullen deze maatregelen in werking treden?
 

ANTWOORD

De stuurgroep van het Nationaal register voor gerechtsdeskundigen en voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken is zich ervan bewust dat de bescherming en de veiligheid van de vertalers en tolken moeten worden gewaarborgd. Hetzelfde geldt overigens voor de gerechtsdeskundigen.
Dit punt werd besproken tijdens de vergadering van de stuurgroep van 7 mei 2018 en er werden verschillende oplossingen overwogen. De oplossing die werd gekozen is om in 'gevoelige' dossiers een identificatienummer te gebruiken in plaats van de naam en de voornaam. Enkel de beheerders van het nationaal register kunnen het identificatienummer linken aan de identiteit van de persoon.

In artikel 7 van de nieuwe kaderwet die thans wordt opgesteld, is overigens het volgende bepaald: "Dit register wordt ter beschikking gesteld op de website van de Federale Overheidsdienst Justitie. De Koning bepaalt welke gegevens geraadpleegd kunnen worden."

Er moet dus een uitvoeringsbesluit (KB) worden opgesteld om vast te stellen welke gegevens zullen kunnen worden geraadpleegd. Enkel de strikt noodzakelijke gegevens zullen kunnen worden geraadpleegd.

Het is tot nu toe de bedoeling dat die maatregelen in werking treden in het voorjaar 2019.

De gegevens betreffende een persoon die is ingeschreven in het nationaal register zullen pas via de website van de FOD Justitie kunnen worden geraadpleegd zodra de aanvaardingscommissie een positief advies heeft verleend. De commissie zal tot 30 november 2021 de tijd hebben om alle inschrijvingen van de personen die in het register zijn opgenomen, te onderzoeken.
 
De minister, 
 
Koen Geens


"L'anonymat et la protection des traducteurs et interprètes"
   
  
 

 
Question de M. Stefaan Van Hecke au ministre de la Justice sur "l'anonymat pour les traducteurs et interprètes"

Lors de la mise en place du registre national des traducteurs-interprètes auprès du SPF Justice, d'aucuns se sont inquiétés de la protection de la vie privée des professionnels qui y sont enregistrés. Il n'est en effet pas exclu que dans des affaires pénales délicates notamment, les traducteurs-interprètes fassent l'objet de menaces et autres intimidations. En 2010 déjà, le Collège des procureurs généraux déconseillait de donner libre accès à des tiers à l'ensemble des données de contact.
À cet égard, l'Union Professionnelle des Traducteurs et Interprètes Assermentés cite l'exemple de la méthode pratiquée par le SPF Intérieur (CGRA, CCE, etc.) qui garantit l'anonymat des interprètes sollicités.
S'inspirant de cet exemple, la solution la plus simple consisterait à ne faire apparaître sur le site internet qu'une adresse courriel et un numéro de GSM et de cacher l'adresse et le numéro de téléphone fixe des traducteurs et interprètes. Les prestataires de services sont ainsi parfaitement joignables par les différents intéressés, mais le grand public n'a pas accès à leur adresse.
1. Quelles mesures concrètes souhaitez-vous prendre de sorte à garantir la protection et la sécurité des traducteurs, interprètes et des interprètes qui traduisent le contenu d'écoutes téléphoniques, appelés à intervenir dans des affaires sensibles, y compris en dehors des dossiers liés au terrorisme (traite des êtres humains, trafic d'êtres humains, grand banditisme, trafic d'armes, de drogue, indicateurs, etc.)?
2. À quelle échéance ces mesures entreront-elles en vigueur?
 

RÉPONSE

Le Comité de Pilotage du Registre national des experts judiciaires et des traducteurs, interprètes et traducteurs-interprètes jurés est conscient de cette question de protection et sécurité des données présentes dans le registre, Cette question se pose d'ailleurs également pour les experts judiciaires.
Ce point a été abordé lors du Comité de pilotage du 7 mai 2018 et différentes solutions ont été envisagées. Celle retenue est d'utiliser un identifiant numérique à la place du nom et prénom lors d'interventions dans des dossiers « sensibles ». Le lien entre l'identifiant numérique et l'identité de la personne ne peut être réalisée que par les gestionnaires du registre national.

La nouvelle loi cadre en cours de rédaction prévoit par ailleurs dans son article 7 : « Ce registre est mis à disposition sur le site internet du service public fédéral Justice. Le Roi détermine les données qui peuvent être consultées ».

Un arrêté d'exécution (AR) doit donc être rédigé afin de fixer les données qui seront consultables. Le nombre de données consultables sera limité au strict nécessaire.

L'objectif actuel est que ces mesures entrent en vigueur au printemps 2019.

Les données concernant une personne inscrite au registre national seront consultables via le site internet du SPF Justice uniquement à partir du moment où la Commission d'agrément aura remis un avis positif. La Commission a jusqu'au 30 novembre 2021 pour examiner l'ensemble des inscriptions des personnes reprises dans le registre national.

Le ministre, 

Koen Geens


 
Ministerieel besluit houdende overdracht van bevoegdheid inzake het nationaal register voor gerechtsdeskundigen, beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken aan bepaalde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Justitie
van 15 juni 2018

 

Publicatie Staatsblad: 29 juni 2018
 
De Minister van Justitie,
 
Gelet op de artikelen 20, 22, 23 en 24 van de wet van 10 april 2014 tot wijziging van verschillende bepalingen met het oog op de oprichting van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen en tot oprichting van een nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken ;
 
Gelet op artikel 7 van het koninklijk besluit van 30 maart 2018 betreffende de juridische opleiding zoals bedoeld in artikel 25 van de wet van 10 april 2014 en in artikel 991octies, 2° van het Gerechtelijk Wetboek ;
 
Overwegende dat het noodzakelijk is voor de goede werking van de Federale Overheidsdienst Justitie en teneinde een goede dienstverlening te bieden, wordt aan de directeur-generaal van het Directoraat-Generaal Rechterlijke Organisatie van de Federale Overheidsdienst Justitie en aan het diensthoofd en het/de adjunct-diensthoofd(en) van de dienst Nationaal register de bevoegdheid verleend om beslissingen te nemen aangaande de opname van personen in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen, beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken.
 
Besluit :
 
 
Artikel 1. Delegatie wordt verleend aan de directeur-generaal van de Rechterlijke Organisatie voor :

1° de beslissingen tot opname en verlenging van de opname in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen, beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken ;
 
2° de beslissingen inzake definitieve schrapping van een gerechtsdeskundige, beëdigd vertaler, tolk of vertaler-tolk uit het nationaal register voor gerechtsdeskundigen, beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken.
 
Art. 2. Delegatie wordt verleend aan het diensthoofd en aan het/de adjunct-diensthoofd(en) van de dienst Nationaal register, elk voor hun taalrol, voor :
 
1° het inwinnen van inlichtingen omtrent de moraliteit van de kandidaat gerechtsdeskundigen, beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken en hun beroepsbekwaamheid;
 
2° het uitreiken van een identificatienummer en een legitimatiekaart aan de gerechtsdeskundigen, de beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken die zijn opgenomen in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen, beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken ;
 
3° het uitreiken van een officiële stempel voor beëdigd vertalers en vertalers-tolken ;
 
4° de beslissingen inzake schorsing van een gerechtsdeskundige, beëdigd vertaler, tolk of vertaler-tolk, inzake tijdelijke schrapping van diens naam uit het nationaal register voor gerechtsdeskundigen, beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken en inzake de verlenging van de tijdelijke schrapping ;

5° het verlenen van gehele of gedeeltelijke vrijstelling voor het volgen van de opleiding "juridische kennis" aan de houders van een diploma, afgeleverd door een erkende onderwijsinstelling voor een opleiding waarvan het programma bepaalde of alle modules bevat.
 
Art. 3. De directeur-generaal van het Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie, het hoofd van de dienst Nationaal register en het/de adjunct-diensthoofd(en) van de dienst Nationaal register ondertekenen de stukken met vermelding van de formule "voor de Minister" met daaronder de vermelding van hun functie.
 
Brussel, 15 juni 2018.
 
K. GEENS
 


Arrêté ministériel accordant délégation de pouvoir en matière de registre national des experts judiciaires, des traducteurs, interprètes et traducteurs-interprètes jurés à certains agents du Service public fédéral Justice
du 15 juin 2018
 
 

Publié au Moniteur belge le 29 juin 2018
 
Le Ministre de la Justice,
 
Vu les articles 20, 22, 23 et 24 de la loi du 10 avril 2014 modifiant diverses dispositions en vue d'établir un registre national des experts judiciaires et établissant un registre national des traducteurs, interprètes et traducteurs-interprètes jurés ;

Vu l'article 7 de l'arrêté royal du 30 mars 2018 relatif à la formation juridique telle que visée à l'article 25 de la loi du 10 avril 2014 et à l'article 991octies, 2° du Code judiciaire ;
 
Considérant que le bon fonctionnement du Service Public Fédéral Justice et l'objectif de fournir un bon service requièrent de conférer au directeur général de la Direction Générale de l'Organisation Judiciaire du Service Public Fédéral Justice, ainsi qu' au chef de service et au(x) chef(s) de service adjoint(s) du service Registre national, le pouvoir de prendre les décisions concernant l'enregistrement de personnes dans le registre national des experts judiciaires, des traducteurs, des interprètes et des traducteurs-interprètes jurés.
 
Arrête :
 
Article 1er. Il est donné délégation au directeur général de l'Organisation judiciaire pour :
 
1° les décisions visant l'enregistrement et la prolongation de l'enregistrement dans le registre national des experts judiciaires, des traducteurs, interprètes et traducteurs-interprètes jurés ;
 
2° les décisions ayant trait à la radiation définitive d'un expert judiciaire, traducteur, interprète ou traducteur-interprète juré du registre national des experts judiciaires, des traducteurs, interprètes et traducteurs-interprètes jurés.
 
Art. 2. Il est donné délégation au chef de service et au(x) chef(s) de service adjoint(s) du service Registre national, chacun pour leur rôle linguistique, pour :
 
1° la collecte de renseignements concernant la moralité des candidats experts judiciaires, traducteurs, interprètes et traducteurs-interprètes jurés et leurs aptitudes professionnelles;
 
2° la délivrance d'un numéro d'identification et d'une carte de légitimation aux experts judiciaires, traducteurs, interprètes et traducteurs-interprètes jurés enregistrés dans le registre national des experts judiciaires, des traducteurs, interprètes et traducteurs-interprètes jurés ;
 
3° la délivrance d'un cachet officiel pour les traducteurs et traducteurs-interprètes jurés ;
 
4° les décisions ayant trait à la suspension d'un expert judiciaire, traducteur, interprète ou traducteur-interprète juré, à la radiation temporaire de son nom du registre national experts judiciaires, des traducteurs, interprètes et traducteurs-interprètes jurés et à la prolongation de la radiation temporaire ;
 
5° accorder une dispense totale ou partielle de suivre la formation « connaissances juridiques » aux titulaires d'un diplôme délivré par un établissement d'enseignement agréé pour une formation dont le programme comporte certains ou l'ensemble des modules.
 
Art. 3. Le directeur général de la Direction Générale de l'Organisation Judiciaire, le chef du service Registre national et le(s) chef(s) de service adjoint(s) du service Registre national signent les pièces, avec mention de la formule « pour le Ministre » et en dessous la mention de leur fonction.
 
Bruxelles, le 15 juin 2018.
 
K. GEENS
 


Parlementaire vraag betreffende "de beperking van het aantal talen voor tolken bij rijexamens tot enkel Frans, Engels en Duits"
 Brussels Hoofdstedelijk Parlement
Commissie voor de Infrastructuur, belast met de Openbare Werken en de Mobiliteit
Vergadering van maandag 14 mei 2018 (integraal verslag)

 
In een mondelinge parlementaire vraag legde Brussels volksvertegenwoordiger Bruno De Lille de kritische bemerkingen uit een persbericht van de BBVT over de rijexamens (1) voor aan de Brusselse staatssecretaris voor Verkeersveiligheid. 

 
MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER BRUNO DE LILLE
 
AAN MEVROUW BIANCA DEBAETS, STAATSSECRETARIS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST, BELAST MET VERKEERSVEILIGHEIDSBELEID, 
 
betreffende "de beperking van het aantal talen voor tolken bij rijexamens tot enkel Frans, Engels en Duits".
 
De voorzitter.- De heer De Lille heeft het woord.
 
De heer Bruno De Lille (Groen).- Vanaf eind april kan je bij het afleggen van het theoretische en praktische rijexamen in Brussel enkel nog bijstand krijgen van een tolk Engels, Frans of Duits. Omdat er in Brussel meer dan honderd talen gesproken worden, is dat eigenlijk onbegrijpelijk, zeker aangezien de kosten voor een tolk steeds ten laste van de kandidaat zijn en een rijbewijs soms een voorwaarde is voor een job. We hebben de mond vol van het aan het werk krijgen van nieuwe inwoners, maar een rijbewijs maakt het gemakkelijker om bepaalde jobs te bemachtigen, en dan maakt de regering het weer moeilijk om er een te halen.
 
Waarom werd de regeling aangepast?
 
Op welke manier leidt de aanpassing tot een kostenbesparing, als de kosten toch voor de kandidaten zijn? Waarom zijn er enkel nog tolken voor Engels, Frans en Duits mogelijk en niet voor een aantal andere talen? Hoe zult u ervoor zorgen dat anderstaligen die in Brussel rijden, toch op een vaardige en veilige manier kunnen leren rijden?
 
De voorzitter.- Mevrouw Debaets heeft het woord.
 
Mevrouw Bianca Debaets, staatssecretaris.- Het is een open deur dat de officiële talen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het Nederlands en het Frans zijn. Dat betekent dat het examen in die talen moet worden aangeboden. De Raad van State en de Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) hebben dat nog maar eens bevestigd.
 
Dat houdt ook in dat een tolk het examen uit het Nederlands of het Frans in het Engels of het Duits en de talen die nu worden aangeboden, kan tolken.
 
De maatregel werd genomen om meerdere redenen, onder andere van organisatorische aard. De examencentra vroegen zelf al langer om een beperking van het aantal talen. Ze moeten immers binnen de twee maanden nadat een examen met tolk is aangevraagd, dat examen daadwerkelijk organiseren. Dat is ook het geval als slechts één persoon een examen wil komen afleggen die een taal spreekt die maar zelden voorkomt in het Brussels Gewest, bijvoorbeeld het Punjabi of het Farsi.
 
Het werd voor de examencentra steeds moeilijker om die examens nog binnen de vooropgestelde termijn te organiseren. Bovendien is tijdens de hele duur van het examen niet alleen het lokaal, maar ook de examinator niet beschikbaar voor kandidaten die hun examen in het Frans of in het Nederlands willen komen afleggen. De centra hadden zeer veel werk met de planning en de afhandeling van die examens. Veel klanten waren er ook ontevreden over.
 
Een tweede reden is de afstemming met de andere gewesten. De beperking van het aantal talen is iets waarin we Vlaanderen en het Waals Gewest zijn gevolgd. Er is overleg over verkeersveiligheid en de hervorming van het rijexamen en we wilden vermijden dat mensen voor een rijbewijs gaan 'shoppen'. Vandaar de beslissing om de waaier aan getolkte talen ook in Brussel te verminderen.
 
Een derde reden is de uitsluiting van fraude. Er zijn meldingen van gevallen waarin de tolk zelf het antwoord gaf. Ik heb geen zicht op de omvang van dat verschijnsel, maar de belangrijkste redenen zijn organisatorisch en het feit dat de twee andere gewesten hetzelfde hebben gedaan.
 
De kostprijs van het praktijkexamen valt volledig ten laste van de kandidaat, voor het theoretische examen behouden we de vergoeding van 50 euro, maar hetzelfde gold voor de hervorming van 2018. Daardoor wordt een gelijke behandeling van de kandidaten gewaarborgd. De extra vergoeding van 50 euro die wordt gevraagd aan elke kandidaat die deelneemt aan een speciale zitting in het bijzijn van een tolk, compenseert de kosten voor de tolk, de bijkomende organisatorische werklast, de vereiste aanwezigheid van een examinator en het feit dat het lokaal exclusief wordt gebruikt voor de tolkensessie.
 
Een sessie voor het theoretische examen met tolk kost het centrum 115 euro, de verplaatsingskosten van de tolk niet inbegrepen.
 
Het Duits is een erkende landstaal, daarom besliste de regering om ook die te behouden.
 
Uit cijfers van de vzw Groepering van erkende ondernemingen voor autokeuring en rijbewijs (GOCA) bleek het Engels de taal te zijn waarvoor het meest een tolk wordt gevraagd bij het theoretisch examen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Om tegemoet te komen aan de internationale, hoofdstedelijke, Europese functie van Brussel, heeft de regering ervoor gekozen om ook het Engels te behouden als mogelijke taal.
 
De voorzitter.- De heer De Lille heeft het woord.
 
De heer Bruno De Lille (Groen).- Ik betreur dit heel erg. Kunnen rijden heeft op zich namelijk niets te maken met de taal die iemand spreekt. Iemand die thuis Arabisch of Punjabi spreekt, kan in principe even goed rijden als iemand die Nederlands, Frans, Engels of Duits spreekt. Je moet niet kunnen lezen of schrijven om op een veilige manier in het verkeer te kunnen rijden. Je moet gewoon de regels goed kennen en toepassen.
 
Wat men hier doet, is zeggen tegen mensen die zwakker staan, die misschien nog niet lang hier zijn en die dus misschien nog niet de kans gekregen hebben om de talen te leren die hier het meest gebruikt worden, dat ze hier niet mogen autorijden. Er worden extra drempels ingevoerd om die mensen aan het werk te zetten. Nochtans weten we dat integratie en het verwerven van een nieuwe taal vaak het snelst gaat als mensen aan het werk zijn.
 
Ik heb de indruk dat men die beslissing in Vlaanderen en Wallonië genomen heeft. Waarom, dat weet ik niet. Ik zal maar niet meteen het slechtste denken, maar het lijkt me een zeer bekrompen beslissing. Brussel wil echter een open gewest zijn. Brussel is de meest kosmopolitische stad van heel Europa. En nu wordt er beslist om grendels in te voeren.
 
Ik betreur dat heel erg en ik denk niet dat het de verkeersveiligheid verbetert.
 
Het gebeurt op vraag van examencentra die praktischer willen werken, maar zo zijn er veel zaken. Als we die lijn doortrekken, kunnen gemeenten zeggen dat ze alleen nog mensen in het Frans te woord staan omdat dat minder rompslomp is.
 
Op die manier ontneem je mensen hun rechten. Ik zie niet in waarom we dat in Brussel zouden doen. Ik kan er het er absoluut niet mee eens zijn en ik hoop dat de regering dit opnieuw wil bekijken. We raken er immers de zwaksten mee en het betekent niet eens een besparing.
 
- Het incident is gesloten.


Question parlementaire concernant "le nombre de langues d'interprétation lors des examens de conduite et sa limitation au français, à l'anglais et à l'allemand"
 
Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale 
Commission de l’infrastructure chargée des travaux publics et de la mobilité
Réunion du lundi 14 mai 2018 (compte rendu intégral) 

  

En se basant sur les observations critiques d'un communiqué de l'UPTIA concernant les examens de conduite (1), le député bruxellois Bruno De Lille a posé une question parlementaire à la secrétaire d'État bruxelloise en charge de la Sécurité routière  

 
QUESTION ORALE DE M. BRUNO DE LILLE 
 
À MME BIANCA DEBAETS, SECRÉTAIRE D'ÉTAT À LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE, CHARGÉE DE LA SÉCURITÉ ROUTIÈRE,
 
concernant "le nombre de langues d'interprétation lors des examens de conduite et sa limitation au français, à l'anglais et à l'allemand".
 
M. le président.- La parole est à M. De Lille.
 
M. Bruno De Lille (Groen) (en néerlandais).- Depuis la fin avril, les candidats qui présentent les examens théorique et pratique de conduite à Bruxelles ne peuvent plus se faire assister que par un interprète en anglais, français ou allemand. Vu le grand nombre de langues parlées à Bruxelles, c'est incompréhensible, d'autant plus que le coût d'un interprète est toujours à la charge du candidat et qu'un permis de conduire conditionne parfois l'obtention d'un emploi.
 
Pourquoi la réglementation a-t-elle été adaptée ?
 
En quoi cette adaptation permet-elle de réduire les coûts, puisque ceux-ci sont de toute façon à la charge des candidats ?
 
Pourquoi avoir réduit les interprètes aux seules langues anglaise, française et allemande ?
 
Comment veillerez-vous à ce que les allophones puissent néanmoins apprendre à conduire en toute sécurité à Bruxelles ?
 
M. le président.- La parole est à Mme Debaets.
 
Mme Bianca Debaets, secrétaire d'État (en néerlandais).-
 
Les langues officielles de la Région de Bruxelles-Capitale étant le français et le néerlandais, il va de soi que l'examen doit être présenté dans ces langues. Le Conseil d'État et la Commission permanente de contrôle linguistique (CPCL) l'ont confirmé. Un interprète peut donc traduire l'examen du français ou du néerlandais en anglais ou en allemand.
 
La réduction du nombre de langues se justifie notamment par des raisons organisationnelles, à la demande des centres d'examens qui étaient tenus d'organiser dans les deux mois l'examen demandé avec l'assistance d'un interprète, même pour une seule personne parlant une langue rare.
 
En outre, pendant toute la durée de l'examen, le local et l'examinateur n'étaient pas disponibles pour les candidats désireux de présenter l'examen en français ou en néerlandais. La planification et le traitement de ces examens occasionnaient beaucoup de travail aux centres d'examens et de nombreux clients étaient insatisfaits.
 
Une deuxième raison est la volonté d'uniformité avec la Flandre et la Wallonie, qui ont réduit le nombre de langues. Nous voulions éviter de créer un effet de shopping pour le permis de conduire.
 
Une troisième raison est le souci d'exclure toute possibilité de fraude. Bien que je ne puisse pas chiffrer l'ampleur du phénomène, il y a des cas où l'interprète donnait la réponse.
 
Le coût de l'examen pratique est entièrement à charge du candidat. Pour l'examen théorique, nous maintenons la rétribution de 50 euros, comme avant la réforme de 2018, afin de garantir une égalité de traitement entre les candidats.
 
L'indemnité supplémentaire de 50 euros, demandée au candidat qui participe à une séance spéciale en présence d'un interprète, compense le surcoût lié à l'interprète, à la surcharge de travail organisationnelle, à la présence requise d'un examinateur et à l'usage exclusif du local. Un examen théorique avec interprète coûte au centre 115 euros, hors frais de déplacement de l'interprète.
 
L'allemand étant une langue nationale, le gouvernement a décidé de la maintenir. Quant à l'anglais, étant donné le rôle de capitale européenne de Bruxelles, nous avons également choisi de le préserver.
 
Selon les chiffres du Groupement des entreprises agréées pour le contrôle automobile et le permis de conduire (GOCA), l'anglais est la langue la plus demandée en Région bruxelloise pour la présence d'un interprète à l'examen théorique.
 
M. le président.- La parole est à M. De Lille.
 
M. Bruno De Lille (Groen) (en néerlandais).- Je regrette vivement cette décision. La capacité de bien conduire ne dépend nullement de la langue que l'on parle.
 
Ce que l'on fait ici, c'est dire aux gens les plus faibles, qui ne sont peut-être pas dans notre pays depuis longtemps et qui n'ont donc pas encore eu l'opportunité d'apprendre les langues les plus courantes, qu'ils ne peuvent pas conduire chez nous. Ce faisant, nous créons des freins additionnels pour permettre à ces gens de trouver un emploi. Or, nous savons que l'intégration et l'acquisition d'une nouvelle langue sont facilitées par le travail.
 
Je me refuse de penser au pire, mais la décision prise en Flandre et en Wallonie me semble très étroite d'esprit. Bruxelles, par contre, se veut une Région ouverte. Dans la ville la plus cosmopolite d'Europe, on instaure aujourd'hui des verrous.
 
Cela se fait à la demande pragmatique des centres d'examens, mais si nous suivons ce raisonnement, les communes pourraient aussi décréter qu'elles ne serviront la population plus qu'en français pour réduire la paperasserie.
 
De cette manière, vous privez les gens de leurs droits, en touchant de surcroît les plus faibles. J'espère que le gouvernement reconsidérera sa décision.
 
L'incident est clos.


Parlementaire vraag over "de bescherming van niet-begeleide minderjarigen en het recht op een tolk" 

(aanvulling: nu met het volledig antwoord van de minister)

 
In een mondelinge parlementaire vraag legde federaal volksvertegenwoordiger Annick Lambrecht de kritische bemerkingen van de BBVT over het recht op een tolk en het tekort aan beschikbare tolken voor aan de minister van Justitie. 
 
 
 
 
 COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE van woensdag 20 april 2018
(integraal verslag)
 
 
06 Vraag van mevrouw Annick Lambrecht aan de minister van Justitie over "de bescherming van niet-begeleide minderjarigen en het recht op een tolk" (nr. 26016)
 
06.01 Annick Lambrecht (sp.a): Mijnheer de minister, in de bestelwagen van de overleden Mawda zaten drie niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. België is verplicht om hen bescherming te bieden en de dienst Voogdij in te schakelen, maar dat is niet gebeurd. Volgens de politiechef van de zone gebeurde dit niet omdat er een tolk ontbrak. Daardoor kon een specifiek document niet ingevuld worden. Om vast te stellen of een persoon werkelijk als niet-begeleide minderjarige kan worden beschouwd, is het in principe de dienst Voogdij van de FOD Justitie die de minderjarige moet ondervragen, zo nodig met de hulp van een tolk, om zijn/haar situatie te begrijpen, hem/haar te identificeren en eventuele identiteitsbewijzen en/of akten van de burgerlijke stand die hij/zij bij zich heeft te analyseren.
 
Momenteel bestaat er geen enkele officiële procedure om te bepalen of een gearresteerde jongere al dan niet nood heeft aan een tolk. Bij de politie doet men dit gewoon op het gevoel.
 
De Beroepsvereniging van Beëdigd Vertalers en Tolken is helemaal niet verbaasd door dit voorval en waarschuwt de overheid al jaren voor het tekort aan beschikbare tolken. Een herwaardering en herfinanciering van de functie van beëdigd tolk, gecombineerd met een betere opleiding van tolken blijkt zeker nodig. Daarom heb ik enkele vragen.
 
Klopt het dat er momenteel geen enkele officiële procedure bestaat om te bepalen of een gearresteerde jongere al dan niet nood heeft aan een tolk en dat de politie dit voorlopig dan maar op het gevoel doet? Zo ja, hoe en wanneer zult u dit aanpakken en rechtzetten?
Klopt het dat de politie tot op vandaag nog steeds geen toegang heeft tot het nationaal register van beëdigde tolken?
 
In het nationaal rapport over de procedurerechten van minderjarige verdachten of beschuldigden in een strafprocedure of rechtsgeding in de Europese Unie van de vereniging Defence for Children Belgium van 2017 werd nogmaals de nadruk gelegd op een oud zeer op het vlak van tolken. Er zijn namelijk niet genoeg tolken beschikbaar voor bepaalde talen en bepaalde specifieke dialecten. Bovendien worden tolken niet voldoende betaald door de Staat, wat niet motiverend is. Hierdoor willen tolken zich niet meer verplaatsen.
 
Welke maatregelen heeft u genomen en zult u nog nemen om ervoor te zorgen dat tolken wel onmiddellijk beschikbaar zijn en wel redelijk vergoed worden zodat hun beschikbaarheid vergroot?
 
06.02 Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Lambrecht, een groot deel van de jongeren die in het land worden aangetroffen, wordt aan de dienst Voogdij gesignaleerd door de politie en andere overheden zoals OCMW's, jeugddiensten en gemeenten. In de praktijk worden de jongeren zo snel mogelijk naar een observatie- en oriëntatiecentrum van Fedasil overgebracht, waar zij tot rust kunnen komen en alle informatie krijgen over hun rechten, bescherming, juridische en ondersteuningsmogelijkheden, procedures en de implicaties ervan. Indien nodig gebeurt de intake met een tolk.
 
Specifiek is de situatie van de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die het slachtoffer zijn van een misdrijf of aangehouden werden vanwege het plegen van strafbare feiten en vervolging riskeren. Zij die nog niet gekend waren, worden ook door de politie aan de dienst Voogdij gesignaleerd.
 
Indien er gebruik wordt gemaakt van de diensten van een tolk, is dit dus niet vanwege de opvang- en voogdijreglementering maar wel in uitvoering van artikel 47bis, § 6, ten vierde van het Wetboek van strafvordering. Dit geeft duidelijk aan dat een beëdigd tolk moet worden ingeschakeld wanneer het slachtoffer of de verdachte ondervraagde persoon de taal van de procedure niet verstaat of spreekt. Indien geen tolk beschikbaar is, wordt de ondervraagde persoon gevraagd zelf zijn verklaring te noteren.
 
De politie heeft op dit ogenblik nog geen toegang tot het nationaal register. Dit zal normaliter in 2019 gebeuren nadat de aanvaardingscommissie alle tolken heeft geëvalueerd. Vandaag hebben alleen de leden van de rechterlijke orde toegang tot het voorlopige interne register.
 
België heeft een zeer internationale samenleving, wat grote diversiteit aan talen en dialecten met zich meebrengt. Wij hebben daarom nood aan een grote populatie tolken. Het aanbod matcht echter niet volledig met de groei van de vraag. Sedert het begin van deze legislatuur heb ik mij ingezet om de achterstand in uitbetaling van de vergoedingen aan onder andere tolken weg te werken. Dat is grotendeels gelukt. Vandaag beschik ik nog niet over de budgettaire ruimte om een aanpassing van het tarief te realiseren. Om de beschikbaarheid op het terrein te vergroten, gaan wij onderzoeken of wij door het gebruik van videoconferentie tot een grotere beschikbaarheid kunnen komen van tolken. Een dergelijk project zou ook de verplaatsingskosten kunnen verminderen en een tijdsbesparing voor de tolken kunnen opleveren.
 
06.03 Annick Lambrecht (sp.a): Mijnheer de minister, u hebt natuurlijk de wil om de toestand te verbeteren, want u weet hoe erg het is gesteld, maar u kunt moeilijk wachten tot de videoconferenties werken. Dat zal immers ook veel kosten en wij zitten nu met een acuut probleem. Er gebeuren nu erge dingen.
 
De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken laat ook weten dat sinds de actualisering van de tarieven van de tolken in strafzaken de vergoeding van de tolken voor de meeste talen uit het Midden-Oosten en Centraal-Azië, waaronder verschillende varianten van het Koerdisch, het Dari, het Pasjtoe, het Arabisch, maar ook voor Indische talen en Afrikaanse talen, met 10 procent is gedaald in plaats van te stijgen. Zij krijgen dus minder geld: zij krijgen 48 euro bruto per uur. De tolken, die allen zelfstandigen zijn, betalen daarmee dan ook nog zelf hun sociale zekerheid en belastingen. Aan dat tarief wil natuurlijk niemand werken. Bovendien werd door datzelfde KB het zogenaamde nachttarief, wat eigenlijk een dubbel tarief is, beperkt van 22 tot 6 uur, waar dat vroeger van 20 tot 8 uur gold. Ook de verhoging van de vergoeding voor zaterdagwerk werd beperkt tot 50 procent; waar zij vroeger 100 procent bedroeg, zoals op zon- en feestdagen. Dat is natuurlijk een van de redenen waarom er minder tolken bereid zijn om buiten de gewone kantooruren heen en weer te gaan.
 
De zaak zal niet worden opgelost door te experimenteren met videoconferenties. U bent continu in het nieuws, het loopt echt overal mank, maar u krijgt binnen de regering geen extra geld. U bent altijd een rustig persoon, wat ik een enorme sterkte vind, maar ik snap niet – terwijl wij u hier elke week over ondervragen – waarom u niet harder op tafel slaat om die mensen deftig te vergoeden, want dan zouden al heel veel problemen opgelost zijn. Als wij moeten wachten op de videoconferenties, dan ben ik helemaal niet gerustgesteld, mijnheer de minister.
 
Het incident is gesloten.
 
 

 
Samen maken we werk van ons beroep
 
Word lid van de eerste Beroepsvereniging van, voor en door beëdigd vertalers en tolken. 
 
De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken is een erkende beroepsorganisatie met de rechtsvorm van een Beroepsvereniging.  
 
Nog niet aangesloten bij de enige echte beroepsvereniging? Klik op deze link.
 
Volg ons op Linkedin (enkel voor leden)
Volg ons op Linkedin (publiek)
Volg ons op Twitter.
Volg ons op Facebook (enkel voor leden)
Volg ons op Facebook (publiek)
 
 
Herlees hier al onze nieuwsbrieven.
Klik op Uitschrijven hieronder om onze nieuwsbrieven niet meer te ontvangen.
 
Deel de nieuwsbrief:


 
Défendons ensemble notre profession

Devenez membre de la première Union professionnelle des, pour et par les traducteurs et interprètes assermentés.

L'Union professionnelle des traducteurs et interprètes assermentés est une organisation professionnelle reconnue avec la forme juridique d'une Union professionnelle. 
 
Pas encore affilié à la seule et unique Union professionnelle ? Cliquez ici.
 

Suivez-nous sur Linkedin (membres uniquement)
Suivez-nous sur Linkedin (public)
Suivez-nous sur Twitter
Suivez-nous sur Facebook (membres uniquement)
Suivez-nous sur Facebook (public)
 
 
Relisez ici toutes nos infolettres.
Cliquez sur "Uitschrijven" ci-après pour ne plus recevoir nos infolettres.
 
Partagez l'infolettre: