Jip's venser op de wereld
08-08-2019


 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Examen
 
Om mijn filosofisch kompas te richten, deed ik een cursus die als een magneet mijn oriëntatie in de war gooide. In plaats van de beginselen van de filosofie zag ik een bonte kluwen visies met hier en daar een rode draad. De docent hielp ons met zijn fronsende blik en geïmproviseerde lessen blijmoedig van de wal in de sloot. Wat te doen?
 
De studieboeken bij de cursus bleken geschreven voor het schoolvak filosofie en ergens in mijn brein ontsprong het idee om oude examens als oefenmateriaal te gebruiken. Maar waar ga je dan voor oefenen? Het meest logische antwoord, was ook meteen het meest onlogische: het vwo examen filosofie.
 
Ook als je in de vorige eeuw al eens een volledig VWO examen met een diploma hebt afgesloten, kun je staatsexamen doen in een vak naar keuze. Voor minder dan € 120 onderwerp je je vrijwillig aan het staatsexamen. 
 
Toen de cursus was afgelopen en ik de boeken uit had, downloadde ik een oud vwo examen en oefende ‘open boek’. Ik werkte drie uur aan de eerste vier vragen, zonder tot enig goed antwoord te komen. Mijn kompas tolde als een wildeman. Had ik het maar als werk beschouwd en éérst de eindtermen bestudeerd.
 
Voor het schriftelijk examen geldt een thema met verplichte teksten. Voor 2019 was het thema scepticisme en er waren maar liefst 96 leerdoelen geformuleerd. Net op tijd ontdekte ik dat er een boek speciaal voor dat thema geschreven was. ‘Het voordeel van de Twijfel’ van Tim de Mey werd mijn roze bijbel. Tot en met de nacht voor het examen bleven nieuwe denkbeelden en begrippen hangen in mijn brein. Ik was er bijna klaar voor toen ik met mijn ID en pen richting examenlocatie toog.
 
Het landelijk schriftelijk examen doe je tegelijkertijd met al die andere kandidaten op het voorgeschreven moment: 20 mei om 9.00 uur. De overheid selecteerde het Postillion Hotel in Bunnik als examenlocatie, waar ik gastvrij en vrolijk werd ontvangen met gratis koffie van de gastvrouw, uit sympathie voor mijn dappere onderneming.
 
De helft van de kandidaten kwam niet opdagen: dat schijnt gebruikelijk te zijn bij staatsexamens vwo. Mijn jacketjas moest aan de kapstok en de surveillant vroeg: ‘Is dat een horloge?’ Ja, dat leek mij wel een slim attribuut wanneer je je telefoon niet aan mag hebben. Ik werd gewezen op de klok in de vergaderzaal en moest het ouderwetse horloge wegdoen. Op voorhand extra papier verkrijgen kostte moeite, terwijl ik niet de enige was  die drie uur driftig zat te pennen over onderwerpen als ‘De werkelijkheid is een hallucinatie’, ‘De bewegingsparadox van Zeno’ en de film ‘Goodbye Lenin’.
 
Ik genoot van drie uur geconcentreerd werken. Na afloop concludeerde ik dat ik weinig fatale fouten had gemaakt, maar ik had - zeer ongebruikelijk met mijn twaalf ambachten en dertien opleidingen - geen idee of mijn gepen filosofisch hout sneed: ‘Een cijfer tussen de 3 en 8’, alsof dat een zinvolle uitspraak is. Want filosofie mag dan nuance vragen, een examen is nogal zwart-wit: halve punten worden niet uitgedeeld. En wanneer voldoe je aan de eisen in een vak waarin iets ook niets kan zijn en elke denker zijn – eigen – vocabulaire ontwikkelt: ik zag even weinig voordeel van de twijfel.
 
Na dit schriftelijk examen is de gewone scholier klaar, maar voor de staatsexamenkandidaat begint dan de verdere voorbereiding op het mondelinge ‘college-examen’. Zonder dat je weet hoe je het schriftelijk examen hebt gemaakt en met zeer globale exameneisen ga je het mondeling voorbereiden. De uitslag van je schriftelijk examen hoor je pas ná het mondelinge examen dat ‘ergens in de zomer’ plaatsvindt. Je kunt kiezen uit drie periodes/plaatsen en wordt geacht een kleine twee weken midden in de zomer vrij te houden. Dat ik me niet terugtrok uit deze tergend bureaucratische procedure was te danken aan het feit dat ik wel eens een mondeling examen wilde meemaken, niet omdat ik dacht dat ik er goed voorstond - of slecht. Uiteindelijk ontving ik 30 juni een bericht dat ik 17 juli werd verwacht in een buitenwijk van Zwolle.
 
Ik was ruim op tijd en mij werd verzocht meteen te starten met de voorbereidende tekst: de examinatoren zaten al op me te wachten.
Mijn missie was geslaagd toen ik merkte dat ik het gesprek plezierig vond, al weet ik niet of je in de setting van een examen – inderdaad in een leslokaal met een paar tegen elkaar geschoven tafeltjes – kunt spreken van ‘een goed gesprek’. Hoewel ik soms op zoek moest naar woorden, kreeg ik bemoedigende blikken of een hint als iets er wat aarzelend uitkwam. Nadat ik een vraag over Nietzsche te schools beantwoorde kreeg ik tussentijds een compact college over de misverstanden rond de 'herenmoraal'; dat betekent dat je altijd zelf kritisch moet blijven denken.
 
Toen begon het wachten. Ik reserveerde mobiel de prachtige beeldroman ‘Nietzsche – vrijheid scheppen’ in de bibliotheek.  Na ruim een uur mocht ik naar het kamertje van de voorzitter van de examencommissie en het leek erop dat hij een certificaat met mijn naam in zijn mapje had. ‘Aan mensen die het cijfer zes of hoger hebben gehaald, mag ik een certificaat uitreiken en u hebt iets hoger gescoord.’ De ironie ontging me: ‘Yes, een zeven!’ Mijn tot nu toe redelijk geloofwaardige reflectieve vermogen heeft een deuk opgelopen: het eindcijfer was twee punten hoger. Maar ik heb goede hoop dat het uiteindelijk goed zal komen met mijn filosofisch kompas.
 
 
 
Lastige vragen
 
In welke 'examensituatie' zou je liever niet belanden?
Er bestaat een redelijk universele nachtmerrie: je middelbare schoolexamen - alsnog - niet halen: komt dat jou bekend voor?
De voorbereidende tekst ging o.a. om de stelling 'De wil om niet meer te willen kun je niet willen' Wat roept dat bij jou op?
In de tekst zie je de contouren van de procedure voor het staatsexamen: voldoet dat eigenlijk wel?
 
 
 
Cartoon
       
 

Deze brief is onderdeel van het schrijfproject 'Jip's venster op de wereld' en verschijnt op onregelmatige basis. Klik hier voor het archief.
Afmelden kan met de link onderaan de pagina.