Niemand minder dan Julius Caesar verbaast zich in De Bello Gallico over het opmerkelijke fenomeen heggenvlechten. Maar met de introductie van prikkeldraad in de twintigste eeuw verdwijnen de gevlochten heggen die rond akkers en vee staan in rap tempo. Toch houdt een kleine nederzetting de traditie moedig in stand: in Oeffelt vindt op de 2de zondag in maart 2026 alweer het 20ste Nederlands Kampioenschap Maasheggenvlechten plaats.
Met bijl en hakmes worden de stammen en takken ingekapt, zodat ze vrijwel horizontaal gebogen kunnen worden. Ter versteviging van de heg worden er om de zestig centimeter staanders in de grond gestoken. Bovenop de heg worden wilgentenen gevlochten om een strak geheel te krijgen. Wat hierdoor ontstaat, is een natuurlijke en ondoordringbare hindernis: ideaal om vee binnen het weiland te houden en bovendien goed voor de diversiteit in het landschap.
Lange tijd zijn de gevlochten heggen een alledaags verschijnsel in grote delen van Europa maar de toegenomen toepassing van prikkeldraad – met name na de Tweede Wereldoorlog – maakt een eind aan die vanzelfsprekendheid. Het ambacht van heggenvlechten blijft dan uitsluitend op heel kleine schaal bestaan. Met de komst van de 21ste eeuw komt er herwaardering voor deze bijzondere erfafscheiding. Niet veel later wordt de stichting Heg en landschap opgericht (2003) en komen er activiteiten die uiteindelijk uitmonden in een NK Maasheggenvlechten in 2006. Sindsdien een jaarlijkse traditie waar duizenden mensen op afkomen.
Inmiddels is er een heus Nederlands Gilde van Heggenvlechters, die het ambacht van heggenvlechten doorgeven aan komende generaties. Ook overheden, landschapsorganisaties en wetenschappelijke organisaties als het Nederlands Instituut voor Ecologie vinden het vlechten van heggen steeds belangrijker. Oftewel: het heggenvlechten is terug om nooit meer weg te gaan. Mede dankzij het moedige doorzettingsvermogen van die kleine plaats ten zuiden van de Mosa.
Foto: Heggen vlechten in Oeffelt (Frans van de Pol, collectie BHIC)