In deze nieuwsbrief neem ik je mee naar het rijk der geneeskrachtige planten. Dit keer aandacht voor Lavandula angustifolia.
Lavandula angustifolia
Lipbloemenfamilie (Labiatae)
De Lavendel is een van de merkwaardigste en aantrekkelijkste planten uit
het Middellandse-Zeegebied, die men bij ons veel als sierplant tegenkomt. Menstaat
verbaasd over de groeikracht van deze plant. Op de kalkhoudende hellingen van de
Provence bijvoorbeeld deren de schroeiende zon en de stenige bodem hem niet.
Men moet de Lavendel weten te onderscheiden van familieleden als de Rozemarijn en de Hyssop, maar ook van nauwer verwante soorten. Een daarvan is een kleinere Lavendelsoort, Lavandula stoechas, met smallere bladeren en grotere bloeiwijzen, die in de Pyreneeën op kiezelhoudende grond groeit.
Nog zuidelijker groeit de Lavandula latifolia. Een grotere soort met nog bredere bladeren en de geur van kampfer. Het is de moeite waard hun heilzame eigenschappen te leren kennen: nog afgezien van hun antiseptische en insekten-verdrijvende werking, waar mensen eeuwenlang hun voordeel mee deden, vormen de bloeiende toppen, voor de volle bloei geoogst, een der waardevolste middelen in de huisapotheek.
Gebruikte delen: de bloeiende toppen, de afgeriste bloemen vóór het ontluiken. In de schaduw drogen.
Eigenschappen: antiseptisch, darmgas-, gal- en urinedrijvend, opwekkend, insecticide en wondhelend.
Werkzame bestanddelen: vluchtige olie, cumarine, bitterstof. Niet combineren met jodium en ijzerzouten.