Koffie
Zelf dronk ik nog geen koffie, maar het moest bijzonder zijn, want als de buurvrouw koffie kwam drinken, werd dat aangekondigd met een lied. Het was de tijd van filter en ‘koffiestroop’ van Buisman (anno 1867).
In de vensterbank stond een oude koffiemolen, want de moderne tijd had die handmolen vervangen door een luidruchtig apparaat met een doorzichtige deksel, dat grappig trilde als je erop drukte.
Niet heel lang daarna braken nog luxere tijden aan: thuis malen werd overbodig door de gemalen koffie, vacuüm verpakt. Producenten namen je werk uit handen!
Met het koffiezetappraat verscheen de snelfiltermaling, maar een prijsbewuste huisvrouw had maling aan de maling. Wie proefde het verschil?
De keuze in apparaten en koffievarianten is explosief gestegen: naast tientallen soorten koffie in pondpakken nam koffie verpakt in pads en cups bezit van de schapruimte. Koffiewinkels verschenen in de winkelstraat en op internet. De kleine branderijen volgen de groei van de de kleine brouwerijen. Ik wacht nog op de koffie-etablissementen waar de koffiebonen ter plekke gebrand worden, maar waarschijnlijk heb ik simpelweg iets over het hoofd gezien wat er ook in Nederland al is.
Liefhebbers menen al die koffiesoorten en smaken van elkaar te kunnen en moeten onderscheiden. Terwijl ik dacht dat de sterkte van de koffie afhankelijk was van de hoeveelheid koffie per waterdeel en van de herkomst van de boon, zijn er er vooral anonieme bonenmixen met smaken die verschillen in ‘intensiteit’. Noem het de informatiemaatschappij: de koffie heeft behalve een hippe naam nu ook een nummer gekregen.
De verscheidenheid bracht niet alleen gemak, maar ook prijsverhogingen, scherper dan je met technologische innovatie, inflatie of variabel aanbod zou verwachten. Heel even hoopte ik dat we in de maling werden genomen en dat die prijsverhogingen de koffieboeren aan een leefbaar loon zouden helpen. Maar de wetenschap boort zelfs de hoop die uitgaat van fair trade koffie vakkundig de grond in. Wereldwijd wat minder koffie - en thee - is de lastig te aanvaarden oplossingsrichting.
Na jarenlange heerschappij van de cappuccino en espresso, staat de filterkoffie weer op de kaart. Niet in het ouderwetse café waar de kan altijd al op de warmer stond, maar daar waar de straten en pleinen vergeven zijn van de koffie(werk)plekken. En dan als duurste koffie van de kaart: daar heb ik kennelijk iets over het hoofd gezien. Hoezo is de filterkoffie opeens onbetaalbaar? Wordt die inefficiënt per kop gezet? Of heeft de vastgoedsector de vierkantemetersprijs nog maar weer eens wat opgehoogd en betalen we via de koffie in huiskamercafés en passant voor nog hogere huizenprijzen?
Voor de circulaire economie wordt de kwaliteitsdrap goedmoedig gescheiden om er paddestoelen op te kweken. Hopelijk is dat efficiënter dan mijn stammenkwekerij, die er inmiddels verlaten bijligt.
En er is ‘To go’ voor wanneer je eigenlijk meer behoefte aan rust dan aan een shot cafeïne hebt. Ik geef graag toe aan een rustmoment in mijn dag, al ben ik niet ontsnapt aan een koffie-rituele trend: koffie uit een percolateur. Is dat dan slow espresso? Eén piepklein voordeel: ik heb dagelijks minder koffie nodig dan tien jaar geleden.
De koffieboon is terug van weg geweest! De consument betaalt meer voor minder: dat heet economische groei. Thuis luidruchtig aan de slag met hele bonen. En je raadt het al: een pond bonen is opeens anderhalf tot twee keer zo duur als eenzelfde hoeveelheid gemalen koffie, in welke maling dan ook. Werk uitbesteden aan consumenten lijkt de nieuwe trend.
Deze zelfwerkzaamheid vergt natuurlijk ook een nieuwe koffiebonenmaler, want de oude lawaaimaker gooiden we destijds met genoegen en zicht op vooruitgang en gemak op de schroothoop.