Jip's venster op de wereld
11-09-2023


 
Alfabet
 
Zesentwintig letters: in veel talen is dat voldoende om op schrift of scherm te communiceren. Letterbeluste bedrijven claimen het hele alfabet. Op de website van moederbedrijf Alphabet Inc. staat nog min of meer bescheiden dat de G van google is. Die website is gehuisvest op adres abc.xyz. Dat lijkt heel elegant te verwijzen naar het hele alfabet, maar ze waren domweg te laat voor alphabet.com dat is vergeven aan mobiliteitsreus BMW group.

Zo’n naam als alfabet/alphabet is slecht te beschermen met het merkrecht, want het is een gewoon woord uit het woordenboek. Wil je zo’n woordenboekwoord beschermen, dan kan dat alleen door de vormgeving; het woord op zich is niet vast te leggen in het merkenregister. Dat weet ik uit ervaring, omdat het mij een goed idee leek om mijn bedrijf Schoolvoorbeeld te noemen, maar die naam kon ik alleen laten registreren als logo.
 
McDonalds deed al eens een greep naar de macht met de M. Als jouw M teveel lijkt op het McDonaldslogo krijg je een horde juristen op je dak om te zorgen dat je van deze model-M afblijft. En nu is er opnieuw een bedrijf dat een letter uit het alfabet op slinkse wijze kaapt. De media schrijven X en voegen toe 'voorheen twitter‘. Het probleem is dat een bedrijf probeert een gewone door merkenrecht onbeschermde letter te claimen op een manier waar McDonalds bij verbleekt. Je moet als taalgebruiker toch de röntgenstralen met een X kunnen aangeven? Of met deze letter onbekommerd verwijzen naar 'de grote onbekende‘? Zonder meteen reclame te maken of verwarring te zaaien.
 
Behalve op onze letters lijken bedrijven op onze banen te azen. Google werkt hard aan een zelfrijdende  auto, dat andere alphabet zal wel niet achter willen blijven. Dat zou in de VS voor iets in de orde van een kwart tot een derde van de werkgelegenheid opheffen: allemaal chauffeurs. Omdat er nu een tekort is aan chauffeurs, zal vrijwel niemand vragen stellen over de technologie erachter. Maar dat tech-bedrijven zich daarbij willen bedienen van data, naast sensoren, is minder logisch dan het lijkt. Chauffeurs rijden al tientallen jaren op sensoren (zintuigen genaamd) en niet op de kennis van waar de andere weggebruikers zich op elk moment van de dag bevinden en waar ze naar toe gaan. Met wie ze reizen en of ze tegen betaling van het minutentarief misschien wat later de snelweg op willen.
 
Het is dezelfde datahonger die helpt bij het ontwikkelen van taalrobots zoals ChatGPT. En iedereen die iets op internet plaatst werkt er onbetaald aan mee. Ik – onder ongehoord protest - met deze tekst ook. Die robots gaan mijn werk als educatief auteur overbodig maken. Uitgevers zullen er - langzaam, is mijn ervaring - achter gaan komen dat ze best een acceptabel product kunnen laten maken door een computer voor veel lagere kosten. Ik heb niet de illusie dat mijn aanpak, didactische ervaring, vakkennis en creatieve invalshoeken noodzakelijk zijn voor een degelijk educatief product. Dat studiemateriaal zal allicht saaier en minder genuanceerd zijn, maar dat weegt wel op tegen de besparingen op auteurs en redacteuren, het halen van de planning en een uitkomst die wél in het format past. Ik zie de bui van het automatiseren van mijn werk al jaren hangen, maar om den brode vertel ik meestal niet dat ik in de ICT heb gewerkt.
 
Betekent dat het afscheid van mijn werk als educatief auteur? Ik verwacht het wel, voor zover het educatieve, journalistieke of zakelijke teksten betreft. Tot het zover is, is er een schreeuwend tekort aan schrijvers met een didactische en vakinhoudelijke achtergrond. Het helpt om nog even te geloven dat de computer heus nog niet zo competent is en lachend te wijzen op de fouten die de taalrobot maakt. Maar als technicus lijkt me dat verstoppertje spelen.
 
Nu zou ik me kunnen bekwamen in het dresseren van een taalmodule, genoegen nemend met het door elkaar schudden van al die auteursrechtelijk opeens onbeschermde teksten die onnavolgbaar door de computer in de blackdatabox zijn geplaatst en er fris gehusseld weer uitkomen, maar daar voel ik niet zoveel voor. Daarmee zou ik trouwens ook meteen een bijdrage leveren aan het wegnemen van de scepsis over taalrobots. Want als ik dat werk snel en goed onder de knie krijg en de juiste, slimme verzoeken aan de robot doe, lever ik daarmee tevens het bewijs van mijn overbodigheid als traditioneel auteur.
 
Maar ik snap de twijfel en het wantrouwen ook en verwacht dat de computer voorlopig niet in de buurt komt van de onnavolgbare gedachtegang van het individu. Ook na het opslurpen van al mijn teksten, zal er zonder mijn input geen column uitkomen die ik daadwerkelijk geschreven zou kunnen hebben. Dat is waarom we geen letter, ook de X niet, kunnen missen uit het alfabet. Om onszelf te kunnen uitdrukken in de taal die bij onze gedachtewereld past. Die breinactiviteiten zijn vooralsnog uniek en van jezelf.

Datamodellen en algoritmen richten zich op kennis en uiterlijk gedrag, daarom kunnen en zullen ze in de nabije toekomst veel werk overnemen. Maar modellen herkennen oorzaken, geen redenen; patronen, maar geen verstopte details; routines, maar geen ongeplande ervaringen, lumineuze ingevingen en plezierige omwegen. Taalrobots kunnen niet - zoals data-hooligens je graag willen doen geloven - 'je gedachten lezen,‘ laat staan erover schrijven.
 
[Geen product van kunstmatige intelligentie, deze afbeelding.]
 
Lastige vraag
 
De mantra luidt 'als er werk verdwijnt door automatisering, komen er vanzelf andere banen voor in de plaats‘. Maar hoe slim is dat idee van hard, harder, het hardst werken in een wereld waarin hoge percentages (jong)volwassenen te maken hebben met voortdurende stress en burn-out?
 
 
 
 
Cartoon
     
 
Jip's venster op de wereld?
'Jip's venster op de wereld' is een belangenloos schrijfproject en verschijnt op onregelmatige basis.
Eens in de zoveel tijd verschijnt een magazine of boekje met het verzameld schrijfwerk én beeld, soms in samenwerking met andere auteurs of beeldmakers.
Reageren kan en mag gewoon met een reply.
Klik hier voor het archief.
Afmelden kan met de link onderaan de pagina.