koester je luis, ze kan bijen redden

Gisteren kwam Hans van Hage van Rozenkwekerij de Bierkreek even langs. We hebben het natuurlijk over hun rozen gehad die wij sinds twee jaar in ons sortiment hebben. We zijn blij met die rozen en jullie bleken dat ook te zijn. Ik ga het sortiment verder uitbreiden met nog meer krenten uit de rozenpap.

Maar nog belangrijker vind ik dat we de uitnodiging hebben aanvaard om deel te nemen aan het door de overheid gesubsidieerde en door de HAS Den Bosch uitgevoerde project dat onderzoek doet naar de teelt van potplanten zonder gebruik van neonicotinoiden.Bestrijdingsmiddelen op basis van deze stoffen worden ernstig verdacht van een serieuze bijdrage aan de problemen rondom bijensterfte.

Nicotine is voor insecten het sterkste gif dat de natuur kan voortbrengen, neonicotinoiden zijn, zo wordt verteld, nog duizend keer giftiger. Het is een 'systemisch gif' dat door planten wordt opgenomen en deel gaat uitmaken van hun sapstroom. Alles wat zuigt en hapt krijgt het binnen. Zelfs bijen die onschuldig drinken van het regenwater op het blad van een maisplant krijgen het zo binnen.

Wij zetten zelf natuurlijk geen neonicotinoiden in, maar je komt ze overal tegen. Bijvoorbeeld in zaadcoatings, dat goedbedoelde gekleurde laagje om zaden, daar zit het meestal in. Wij komen het ook wel eens tegen op ingekocht zaad. Het staat er niet bij als je het zaad bestelt. Onder andere daarom hangen vanaf vandaag ook de bio gecertificeerde kruiden, bloemen en groentenzaden van de Bolster in onze winkel. Ze zijn binnenkort ook via onze webwinkel te bestellen.

Het project van de Bierkreek beoogt aan te tonen wat de bijdrage van natuurlijke vijanden zoals sluipwespen, gaasvliegen en lieveheersbeesten kan zijn. Onze ervaring is dat ze veel effectiever zijn dan bestrijdingsmiddelen. Een sluipwesp die op 500 meter afstand een luis kan ruiken en er op af gaat om haar eitjes in de luis te leggen lijkt mij veel efficienter en meer doelgericht dan een deken van gif. We krijgen nu de kans een bijdrage te leveren aan gedegen onderzoek over hoe dit precies werkt in de prakitijk.

De diversiteit op onze kwekerij, de bloemrijke berm, het met kruiden begroeide groendak op de bijenstal leveren een belangrijke bijdrage aan een biologisch evenwicht. Het is waarschijnlijk daarom niet gemakkelijk om op de kwekerij een luis te vinden die niet is geparasiteerd. Ik heb wilde plannen voor nog veel meer bloemenweides en andere biotopen voor elk denkbaar soort beestje.

Luizen in grote aantallen zijn meestal een indicatie dat een plant het niet naar haar zin heeft. Mogelijk staat ze te droog of heeft ze te weinig voeding. Die twee gaan heel goed samen. Het is bijna altijd een probleem dat in de bodem zit. Door de luizen te bestrijden los je dat probleem niet op. Je bestrijdt daarmee ook hun natuurlijke vijanden, ook als je biologische bestrijdingsmiddeelen gebruikt. Een beetje luis hier en daar vormt een goed begin voor hun natuurlijke vijanden om in actie te komen en zich te vermeerderen.

Een van de grootste uitdagingen van het project is om duidelijk te maken dat een plant met een luisje er op juist een aanwinst voor je tuin kan zijn. Omdat ze, als ze van een bedrijf komen waar niet wordt gespoten meestal al geparasiteerd zijn door hun natuurlijke vijanden. Die introduceer je daarmee dus in je tuin.

Ik heb het eerder betoogd: biologisch en bestrijden gaan niet samen. Samenwerken kan veel krachtiger zijn.