Lintwormen bij de hond en kat
Uw kat of hond kan dagelijks besmet raken met verschillende wormen. In Nederland komen vooral de spoelwormen en de lintwormen veelvuldig voor. De meest voorkomende lintwormen in Nederland bij honden en katten zijn Dipylidium caninum, Taenia en Echinococcus multilocularis (ook wel vossenlintworm genoemd). Lintwormen zijn platte, witte wormen die bestaan uit een kop met daarachter een ketting van aparte segmentjes, die gevuld zijn met eieren. In totaal kan een lintworm wel enkele meters lang worden. Deze worm leeft in de dunne darm van de hond en kat, waar de kop met weerhaakjes vast zit in de darmwand. Steeds als er segmentjes met eieren rijp zijn, laten deze los en kruipen richting de anus. Deze stukjes lijken op rijstkorrels en zijn zichtbaar in de ontlasting, op de ligplaats van de hond of kat, of plakken aan de haren vast. De eitjes zijn direct besmettelijk voor andere dieren en ontwikkelen zich tot een blaasworm als ze door de juiste tussengastheer worden opgenomen. Na het opeten van (een gedeelte van) de tussengastheren kan uw huisdier besmet raken met de lintworm, die zich in de darmen ontwikkelt tot een volwassen lintworm die weer eitjes gaat uitscheiden.
Besmetting
Uw huisdier kan zoals hierboven beschreven besmet raken door het opeten van een besmette tussengastheer. Zo kan uw huisdier een lintworminfectie oplopen door het eten van een besmette vlo, maar ook door het eten van rauw vlees van muizen, ratten, konijnen, koeien, geiten, schapen en paarden. De vossenlintworm vormt echter een uitzondering. De natuurlijke gastheer van deze lintworm is zoals de naam al aangeeft de vos. Deze scheidt eitjes uit in de ontlasting, die vervolgens door kleine knaagdieren worden opgenomen. Als een vos deze knaagdieren opeet, wordt hij weer besmet. Honden kunnen zowel via contact met de ontlasting van de vos als door het vangen van besmet klein wild worden besmet. Zelf hebben ze daar geen last van, maar ze scheiden wel de eitjes uit in de omgeving.
Symptomen
Uw huisdier kan bij een lintworminfectie vooral last hebben van jeuk rondom de anus. Een kenmerk van een lintwormeninfectie is dat uw huisdier ‘sleetje rijdt’, oftewel zittend met zijn achterste over de grond schuift. Normaal gesproken is uw huisdier er verder niet ziek van, maar bij heftige infecties kan buikpijn en diarree optreden.
Gevaar voor mensen
Besmetting van de mens met Dipylidium caninum is zeldzaam, geeft geen ziekte en kan alleen door het opeten van een besmette vlooienlarve worden veroorzaakt en niet door direct contact met de ontlasting van de hond of kat. Een besmetting met de vossenlintworm is echter een ander verhaal. Via vossenuitwerpselen, besmette aarde of door het eten van zelf geplukte bosvruchten of paddenstoelen kunnen de eitjes worden ingeslikt. Ook via ontlasting van een besmette hond kunnen de eitjes in mensen terecht komen. Daar ontwikkelen ze zich tot larven, die uitgroeien tot blaaswormen. Deze blaaswormen reizen door het lichaam en veroorzaken ziektes van lever en soms van longen, botten en hersenen. Niet elke besmetting veroorzaakt ziekte, en het kan jaren duren voor een besmetting ziekteverschijnselen geeft. Mensen onderling kunnen elkaar niet besmetten. Als de ziekte niet behandeld wordt, kan het tot sterfte leiden. Ook herkauwers (koeien, schapen en geiten) en paarden kunnen de blaaswormen bij zich dragen in lever, longen of hersenen. Door dit rauwe vlees aan huisdier te geven, wordt de kans op een lintworminfectie bij het huisdier en de eigenaar verhoogd.
Preventie
Goede vlooienbestrijding voorkomt een vlooieninfectie een daarmee ook de kans tot het oplopen van een lintworminfectie (Dipylidium caninum) via vlooien. Daarnaast is het verstandig om huisdieren geen rauw vlees te voeren. Vlees moet gekookt worden of minimaal drie dagen bij -20o Celsius ingevroren zijn geweest. Contact met vossen en vossenuitwerpselen dient vermeden te worden. Rauw bosfruit en bospaddenstoelen moeten goed gewassen te worden voordat ze gegeten worden.
Therapie
Vermoedt u een lintworminfectie bij uw huisdier, of bestaat de kans dat uw huisdier een lintworminfectie oploopt, dan raden wij u aan om uw dier te behandelen tegen de lintworm. Ontwormingsmiddelen met de werkzame stof praziquantel (bijvoorbeeld Milbemax ®) zijn in staat om alle lintwormen die bij uw huisdier voorkomen te doden. Naast de bestrijding van de lintworm zelf is het aan te raden om vlooieninfecties goed te bestrijden, omdat een huisdier via vlooien eenvoudig opnieuw besmet kan worden. Ons advies is om uw huisdier vier keer per jaar te ontwormen. Bij dieren met een verhoogde kans op een (lint)worminfectie is ons advies om de frequentie van ontwormen in overleg met uw dierenarts te verhogen.
|