Jip's venster op de wereld
2 april 2013


 
Publieke ruimte of van wie is het park?

6818_hymove_waterstofbus.jpg
Het park is voor iedereen!
 
 
6818_hymove_waterstofbus.jpg
Het park is van iedereen!

 
 
 
 
 
 
 
 
 
(wordt onderaan vervolgd)

Organoleptisch

Het woord organoleptisch heeft een bijzonder aantrekkingskracht: ruiken, voelen, proeven! Een mooi woord. Ik leerde 'organoleptische testen' kennen in een korte periode bij TNO die ik - een in de knop geknakte filmcarrière inbegrepen - inmiddels heb weggepoetst van mijn CV. 
 
Mijn nadere speurtocht naar het woord leverde meer op buiten de woordenboeken dan erin. Zo gaat dat vaak met taal.
 
Organoleptisch wordt onbetwist in verband gebracht met het proeven van voedingsmiddelen. Dat is een mooi startpunt en past goed bij de omgeving waarin ik het woord voor het eerst hoorde. 'Mijn' TNO afdeling onderzocht vleeswaren en rookworsten [een specialiteit van het lab; huisvrouwenonderzoek zoals het toen nog gewoon mocht heten].
 
Van Dale, toch wel een beetje de reddingsboei in taalkwesties heeft slechts ruimte voor ‘(chem.) organoleptisch onderzoek, het beoordelen door middel van proeven en ruiken, b.v. van wijn.’ Afgezien van het feit dat bij TNO organoleptisch onderzoek juist werd onderscheiden van chemisch onderzoek, was het bijbehorende testformulier ingericht op meer dan proeven en ruiken. Ik maakte mee dat een collega te snel in het vlees begon te snijden en een flinke uitbrander kreeg, want je moest eerst kijken. En zien!

Op een internetpagina trof ik de schijnbaar meer passende omschrijving ‘werking op een zintuig uitoefenend’ gevolgd door een voorbeeld ‘De doktoren voerden een organoleptisch onderzoek uit bij de patiënt.’  Dat moet je dus niet direct na de verklaring in Van Dale lezen, want dan loop je risico op vreemde beeldvorming rond doktoren.
 
OK, de zintuigen dus, naast ruiken, voelen en proeven, heel nadrukkelijk ook kijken.
Maar wat ontbreekt prominent in al die omschrijvingen? Juist, het horen. Niet dat dit verbazing hoeft te wekken. Het horen - en luisteren - is niet populair. Zo werd een luistercursus waar ik me ongeveer een jaar geleden op wilde storten afgezegd vanwege een gebrek aan belangstelling. Aankomend docenten worden nog steeds opgeleid met het idee dat we slechts 10% van wat we horen onthouden. [Let op het woord ‘slechts’; overbodig signaalwoord, maar het stimuleert de interpretatie.]

Dat spreken en luisteren een imago heeft als inefficiënte communicatie, moest ik recent ook weer aanhoren in een voorlichting over het gebruik van digitale en sociale media in onderwijssituaties: de pleitbezorgers van verandering konden zelf niets anders dan spreken - ondersteund met een barre presentatie. En dan een halve grap maken dat dit niet is zoals het zou moeten in de onderwijsleersituatie. Het alternatieve programma dat ze boden in de vorm van een website die je kon bekijken, bewees meteen hun ongelijk: ik kon me in ieder geval niet concentreren op een tekst door al dat geleuter heen. Een duidelijk teken dat spreken niet zomaar aan ons voorbij gaat. En dan te bedenken dat het helemaal niet waar is, van die 10% en dat luisteren niet effectief is.

Luisteren valt dan weliswaar weg in de organoleptische proeven en boet in als vorm van overdracht in het onderwijs, maar als je goed oplet, zie je wel dat mensen snappen dat het niet kan, al dan eenzijdige zenden. De wereld zou beter marcheren als we aandachtiger zouden luisteren en dan helpt het niet erg om te zeggen dat het een onbeduidende vaardigheid is. Ik kom dan ook in steeds meer teksten over professioneel handelen het belang van luisteren tegen…. En van taal natuurlijk.

Voor de broodnodige bijscholing staat een legertje deskundigen klaar. Ze kunnen ons wegwijs maken in taalvoorkeuren, inzicht geven in de rijke uitdrukkingsmogelijkheden van taal, de wijze waarop mensen hun woorden kiezen toelichten en je de interpretatie leren van hetgeen niet wordt gezegd. Deels ‘onbewuste informatie’ die mensen loslaten als ze taal gebruiken en waar de slimme professional meer of minder stiekem zijn voordeel mee kan doen. Taal als te slechten barrière, interpreteerinstrument of mogelijkheid om meer of minder verholen andermans gedrag te beïnvloeden.
 
Helaas voor degenen die zich storten op de bijscholing in taalanalyse om de medemens beter te begrijpen: ook hier geldt de irrelevantie van de vraag ‘wat bedoelt de dichter met ….?’ Niet alles wat wordt uitgezonden, is intentioneel.
 
Eigenlijk wel jammer, want taalinterpretatie is een leuke bezigheid; je moet er alleen niet teveel waarde aan hechten als het gaat om de ander te begrijpen: in het beste geval leer je jezelf wat beter kennen.
 
Publiek terrein
 
Het park is ontworpen voor iedereen: met banken en al. Een kiosk mag er na veel overleg niet komen, maar verder zijn er steeds minder beperkingen voor het gebruik van de publieke ruimte. Leven en laten leven: het park is van iedereen!
 De door hemelbestormers aangedragen bijdrage aan het park trof ik overigens op de volgende wijze aan. Ook zo benieuwd wat er met deze en de volgende banken gaat gebeuren?



Cartoon
 
 
 
 
 
 



Deze nieuwsbrief is onderdeel van het schrijfproject 'Jip's venster op de wereld' en verschijnt op onregelmatige basis (maximaal twee keer per week).
Afmelden kan met de link onderaan de pagina.